Spooktocht

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 1

Spooktocht

Doel: 

Ik kan een verhaal schrijven:

* van minimaal 400 woorden

* met een logische opbouw

(minimaal = in ieder geval, niet minder dan)

(logisch = duidelijk)

(opbouw = inleiding, kern, slot)

Instructie

- korte zinnen, lange zinnen

Bijvoorbeeld:

Joris is boos. (3)

Joris is ontzettend boos. (4)

Joris is echt heel erg boos. (6)

Nog een voorbeeld

Marieke gaat naar school. (4)

Marieke gaat op de fiets naar school. (7)

Marieke gaat elke dag op de fiets naar school. (9)

Samen oefenen

Er zat een spook in het bos. (7)

De kinderen waren bang. (4)

De klas gaat naar het bos. (6)

Maak de volgende zin langer:
Jelmer ziet een schaduw.

Maak de volgende zin langer:
Willem rent uit het bos.

Maak de volgende zin langer:
Chantal raakt haar mobiel kwijt.

De opdracht

* Schrijf een verhaal van minimaal 400 woorden. 

* Het verhaal gaat over een klas die op kamp gaat en meedoet aan een spooktocht.

Even opstarten

* Open een leeg document in Word.

Schrijf op:

Er was een ......................... klas met ..................... kinderen die op schoolkamp ging. Ze kwamen met de ......................... aan bij ...............................

Nu zelf verder schrijven

* Je krijgt 20 minuten

- Wat gaat de klas doen als ze aankomen?

 - Wie vertelt dat er een spooktocht is?

- Hoe laat is de spooktocht?

- Met hoeveel kinderen in een groepje?

- Hoeveel spoken komen ze tegen?

- Hoe zien de spoken eruit?

- Wat doen de spoken?

- Overleeft iedereen de spooktocht?

- Wie moet er huilen tijdens de spooktocht?