Les 1.12 SO bespreken

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1,2

 Today

• Check translate the sentences

• Discuss SO unit 1

• Play Quizlet about vocabulary unit 1

• Check reading text

Translate

1. Kan die assistent niet opschieten?
2. Dat huis is een belangrijke keuze voor haar.
3. Hoe (=what) heten deze negen studenten?
4. Is jouw naam Joey? Ja, maar ze noemen me Joe.
5. Deze toetsen (=tests) zijn moeilijk dus oefen ik veel (=a lot).

Translate

1. Can't that assistant hurry up? 
2. That house is an important choice for her.
   
3. What are these nine students called?
   
4. Is your name Joey? Yes, but they call me Joe.
   
5. These tests are difficult so I practise a lot. 
   

Check homework 

Chicken alert

oefentekst

Discuss SO unit 1

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

1.  Waar (=Where) zijn de leerlingen (=pupils)? Ben je niet bezorgd?

     
     Where are the pupils? Aren't you worried? 

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

2.  Het meisje draagt een uniform en is erg zelfverzekerd.
 

      The girl is wearing a uniform and she is very confident.

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

3.  Ik ben vandaag alleen maar ik ben niet eenzaam.
  

      I'm alone but I'm not lonely today.

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

4.  Zijn deze drie docenten geïnteresseerd in een antwoord?
   

      Are these three teachers interested in an answer?

Translate the sentence

max. 2,5 fouten per zin

5.  Mijn grootouders zorgen deze week voor ons.
    

      My grandparents look after us this week.

Persoonlijke voornaamwoorden

Vocabulary