What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
06 RVV art 76 t/m 81
Wanneer mag u een doorgetrokken streep overschrijden?
A
Dit mag nooit.
B
Zolang u daarmee het overige verkeer niet hindert of gevaar veroorzaakt. (art 5 WVW)
C
Als de doorgetrokken streep zich langs de kant van de rijbaanverharding bevindt.
1 / 10
next
Slide 1:
Quiz
verkeersopleidingen
Beroepsopleiding
This lesson contains
10 slides
, with
interactive quizzes
.
Lesson duration is:
30 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wanneer mag u een doorgetrokken streep overschrijden?
A
Dit mag nooit.
B
Zolang u daarmee het overige verkeer niet hindert of gevaar veroorzaakt. (art 5 WVW)
C
Als de doorgetrokken streep zich langs de kant van de rijbaanverharding bevindt.
Slide 1 - Quiz
Wanneer mag u een doorgetrokken streep overschrijden?
A
Dit mag nooit.
B
Zolang u daarmee het overige verkeer niet hindert of gevaar veroorzaakt.(art 5 WVW)
C
Indien aan de zijde vanwaar men de streep overschrijdt een onderbroken streep is aangebracht.
Slide 2 - Quiz
Wanneer mag u een puntstuk gebruiken?
A
Dit mag nooit.
B
Zolang u het overig verkeer niet hindert of gevaar veroorzaakt. (art 5 WVW)
C
Wanneer bestuurders een spitsstrook volgen die een splitsing of samenvoeging van wegen, rijstroken of rijbanen passeert.
Slide 3 - Quiz
Wat is de functie van een verdrijvingsvlak?
A
Om de rijstrook erachter rugdekking te geven.
B
Om de rijstroken samen te voegen.
C
Om de snelheid eruit te halen.
Slide 4 - Quiz
U staat in de voorsorteerstrook voor linksaf. Mag u er nog voor kiezen rechtdoor te gaan?
A
ja.
B
nee.
C
Alleen als u het overige verkeer hiermee niet hindert.
Slide 5 - Quiz
U neemt een afrit op de autosnelweg waarna u erachter komt dat u de volgende afslag moet hebben. Tot welk punt mag u nog van rijstrook wisselen?
A
Tot aan de 1e pijl naar rechts.
B
Tot aan de laatste blokmarkering.
C
U mag niet meer wisselen.
Slide 6 - Quiz
U nadert een stopstreep. waar komt u tot stilstand?
A
Bij het bord.
B
Bij de stopstreep.
C
Als er geen verkeer is hoeft u niet te stoppen.
Slide 7 - Quiz
Aan wie moet u voorrang verlenen als u haaientanden heeft?
A
Al het verkeer.
B
Al het verkeer op de kruisende weg.
C
Alleen bestuurders op de kruisende weg.
Slide 8 - Quiz
Op een rijstrook is het woord “bus” geschreven.
Wie mag/mogen daar gebruik van maken?
A
Bussen, lijnbussen en trams.
B
Alleen bussen.
C
Bussen en taxi’s.
Slide 9 - Quiz
Op een rijstrook is het woord “lijnbus” geschreven. Wie mag/mogen daar gebruik van maken?
A
Bussen, lijnbussen en trams.
B
Alleen lijnbussen.
C
Lijnbussen en taxi’s.
Slide 10 - Quiz
More lessons like this
06 RVV art 76 t/m 81
June 2022
- Lesson with
10 slides
verkeersopleidingen
Beroepsopleiding
Bijzondere manouvres
November 2024
- Lesson with
37 slides
Module 2: Verkeerstekens op de weg
September 2023
- Lesson with
15 slides
Voertuigentechniek
Praktijkonderwijs
Leerjaar 4
Examen training 12
February 2022
- Lesson with
50 slides
Rijopleiding
Beroepsopleiding
02. Art 1 en 2
February 2022
- Lesson with
31 slides
verkeersopleidingen
Beroepsopleiding
Examentraining 6
February 2022
- Lesson with
43 slides
Rijopleiding
Beroepsopleiding
Rijbewijs: snelheid
February 2021
- Lesson with
40 slides
GASV
Beroepsopleiding
Tekens op het wegdek (les 15)
April 2024
- Lesson with
26 slides
Verkeer
Basisschool
Groep 7