Grammatica

Goedemiddag klas H1A
1 / 32
next
Slide 1: Slide
NederlandsISK

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Goedemiddag klas H1A

Slide 1 - Slide

Les van 21 november

Toets H4
Klaar? Maak 10 zinnen met woorden van de woordenlijst 
-Samen lezen
Code+: H1 ,taak 3
-Dictee/bingo
-Grammatica: zwakke werkwoorden
-Transcripten



Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

15 minuten samen lezen & daarna samen praten





Natuurlijk, hier zijn de antwoorden:

Hij ging gisteren naar school.
Ze leest vaak interessante boeken.
Je houdt van klassieke muziek.
Zij speelt graag met haar vrienden.
We gaan morgen naar het museum.
Hij moet morgen niet werken.
Zij heeft een mooie collectie schilderijen.
Ik ga op de bank televisie kijken.



User

Slide 4 - Slide

Grammatica: regelmatige werkwoorden verleden tijd
Doel van de les:
- Je weet wat zwakke werkwoorden zijn.
-Je weet wat de stam van het werkwoord is.
- Je weet wanneer je het ex-kofschip gebruikt.
- Je schrijft werkwoorden in de verleden tijd correct. 

Slide 5 - Slide

Grammatica: regelmatige werkwoorden verleden tijd
Maak de stam 


Slide 6 - Slide

Hoe maak je de stam van het werkwoord?

Slide 7 - Open question

Wat zijn zwakke werkwoorden?

Slide 8 - Open question

Wat is de stam van 'kiezen'?

Slide 9 - Open question

Het hele werkwoord is wonen. Wat is de stam?

Slide 10 - Open question

Wat is de stam van 'drijven'?

Slide 11 - Open question

Wat is de stam van 'lezen'?

Slide 12 - Open question

Wat is de stam?
Wat is de ik-vorm?
Niezen

Slide 13 - Open question

Wat is de stam?
Wat is de ik-vorm?
Verhuizen

Slide 14 - Open question

Het hele werkwoord is spreken. Wat is de stam?

Slide 15 - Open question

Wat is de stam?
Wat is de ik-vorm?
Leven

Slide 16 - Open question

Het hele werkwoord is maken. Wat is de stam?

Slide 17 - Open question

Het hele werkwoord is leren. Wat is de stam?

Slide 18 - Open question

Slide 19 - Video

Werkwoorden verleden tijd
Zwakke werkwoorden of  regelmatige werkwoorden
Dit zijn werkwoorden waarvan de klank in de verleden tijd hetzelfde blijft. 

Dus...
- STAM + TE/DE [enkelvoud]                            Ik fietste - Ik heb gefietst
- STAM + TEN/DEN [meervoud]                      Wij fietsten - Wij hebben gefietst

Bij twijfel gebruik je 't ex-kofschip. 

Slide 20 - Slide

We hebben de uitslag (voorspellen)

Slide 21 - Open question

Wij (vergeten) onze boeken maandag.

Slide 22 - Open question

Ik heb gisteren mijn vrouw (verrassen)

Slide 23 - Open question

De wedstrijd (veranderen) na het doelpunt van Oranje.

Slide 24 - Open question

Zij heeft een prachtig portret (tekenen)

Slide 25 - Open question

Wat hebben wij gisteren van de wedstrijd (genieten)

Slide 26 - Open question

Hij (feliciteren) met mijn verjaardag.

Slide 27 - Open question

Depay heeft een schitterend doelpunt (scoren)

Slide 28 - Open question

Wie heeft er gisteren ...... jouw zusje.........
(oppassen)

Slide 29 - Open question

Wat gaan we doen?
-uitleg woorden in de vt
-video 't kofschip
-lessonup inoefening
-maak les 25 t/m 40

Slide 30 - Slide

Wat gaan we doen?
maak les 25 t/m 40 eenvoudige grammatica

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide