2M1 - 3 dec

2M1 - Donderdag 3 december
Nodig:
- Etui
- Werkboek blz. 30
1 / 30
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

Items in this lesson

2M1 - Donderdag 3 december
Nodig:
- Etui
- Werkboek blz. 30

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Opgeven proefwerk
  • Bespreken huiswerk
  • Herhalingsvragen

Slide 2 - Slide

Proefwerk hoofdstuk 2


Leren:
Paragraaf 2.1 t/m 2.3
Begrippen paragraaf 2.1 t/m 2.3
Werkboek paragraaf 2.1 opdracht 1cd, 2, 5 en 6
Werkboek paragraaf 2.2 opdracht 1bcd, 3abc en 5
Werkboek paragraaf 2.3 opdracht 1, 4, 5, 6 en 7
Aantekeningen / lessonup
Vrijdag 17 december - 1e uur

Slide 3 - Slide

Huiswerk



Paragraaf 2.2
Opdracht 3 en 4


Maandag 23 november - 7e uur
Informatieboek blz. 26 en 27
Werkboek blz. 30 en 31

Slide 4 - Slide

Checken

Slide 5 - Slide

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
2.1 'Industrie en samenleving'

Slide 6 - Slide

Welk begrip hoort bij deze betekenis:
Periode van grote en snelle verandering in West-Europa door de komst van industrie; deze periode duurde van 1760 tot 1850.
A
Industrialisatie
B
Kapitalisme
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 7 - Quiz

Wat is industrialisatie?
A
Een periode van grote en snelle verandering door de komst van industrie.
B
Het ontstaan van industrie (fabrieken) in een gebied waar eerst vooral landbouw was.
C
Een speciale dans.
D
Mensen die in fabrieken werken.

Slide 8 - Quiz

Rond 1800 werkten de meeste mensen in Nederland in de:
A
landbouw
B
handel
C
industrie
D
diensten

Slide 9 - Quiz

De groei van het aantal stadsbewoners noemen we:
A
suburbanisatie
B
verdorpeling
C
formele sector
D
verstedelijking

Slide 10 - Quiz

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
2.3 'Politiek en samenleving'

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Welk begrip past het beste bij deze afbeelding?
A
industrialisatie
B
sociale kwestie
C
confessionalisme
D
socialisme

Slide 13 - Quiz

De vele problemen van de arbeiders in Nederland noemen we ook wel ...
A
Het maatschappelijke issue
B
De sociale kwestie
C
Het arbeidersdilemma
D
De werkerscomplicatie

Slide 14 - Quiz

De sociale kwestie was een ... van de industrialisatie.
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 15 - Quiz

Welke zin is juist?
A
De sociale kwestie ontstond in de 19e eeuw in steden.
B
De sociale kwestie ging over slechte werkomstandigheden van de elite.
C
Voor de 19e eeuw bestonden er nauwelijks slechte werkomstandigheden.
D
De sociale kwestie moest volgens de confessionelen worden opgelost door de regering.

Slide 16 - Quiz

Slide 17 - Video

Deze opdracht gaat over politiek-maatschappelijke stromingen. Sleep de woorden naar de juiste plaats.
Hoorden bij de stroming die streefde naar vrijheid:
Hoorden bij de stroming die streefde naar gelijkheid:
Hoorden bij de stroming die uitging van het geloof:
Confessionelen
Socialisten
Liberalen

Slide 18 - Drag question

Slide 19 - Video

Mensen of groepen mensen die hun ideeën over politiek, onderwijs, enzovoort baseren op hun godsdienst.

Politieke groep die vindt dat ieder mens zo veel mogelijk vrijheid moet hebben. De overheid moet zich daarom zo weinig mogelijk met de samenleving en economie bemoeien.


Politieke stroming die het verschil tussen arm en rijk wil verkleinen door sociale wetten.


Liberalen
Socialisten
Confessionelen

Slide 20 - Drag question

Sleep de politieke stroming naar de juiste beschrijving.
Deze groep vindt het belangrijk dat iedereen in vrijheid leeft. Je bent vrij om je mening te geven, maar ook om je eigen godsdienst te kiezen.
Deze groep vindt dat er in de politiek ruimte moet zijn voor de bijbel. Zij willen hun leven leiden volgens de regels van het geloof.
Deze groep vindt het belangrijk dat  de zwakkere groepen geholpen moesten  worden met hogere lonen en betere leef- en werkomstandigheden.
Liberalen
socialisen
confessionelen

Slide 21 - Drag question

Cijfers...
Welke cijfers krijgen jullie nog terug?
  • Presentatie 'isme'
  • Werkstuk slavernij

Toetsen de rest van het jaar?
  • Diagnostische toetsen
  • Misschien later 'echte toetsen', mondeling, opdracht, verslag??
2.2 'Democratie in Nederland'

Slide 22 - Slide

In de 19e eeuw kreeg Nederland een nieuwe liberale grondwet. Wie schreef deze grondwet?
A
Willem I
B
Thorbecke
C
Van Houten
D
Willem II

Slide 23 - Quiz

Wanneer was de grondwet van Thorbecke geschreven?
A
1840
B
1848
C
1850
D
1858

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Video

Voor of na de grondwet van 1848?
"De koning besluit alles alleen."
A
Voor
B
Na

Slide 26 - Quiz

Voor of na de grondwet van 1848?
"De minister-president is de regeringsleider."
A
Voor
B
Na

Slide 27 - Quiz

Voor of na de grondwet van 1848?
"Het parlement heeft de hoogste macht."
A
Voor
B
Na

Slide 28 - Quiz

Welke zin is goed?
A
De grondwet van 1848 was een kleine verandering.
B
De grondwet van 1848 bepaalde dat het parlement nieuwe wetten goedkeurde.
C
De grondwet van 1848 gaf de koning meer macht.
D
De grondwet van 1848 maakte Nederland een echte democratie.

Slide 29 - Quiz

Proefwerk hoofdstuk 2


Leren:
Paragraaf 2.1 t/m 2.3
Begrippen paragraaf 2.1 t/m 2.3
Werkboek paragraaf 2.1 opdracht 1cd, 2, 5 en 6
Werkboek paragraaf 2.2 opdracht 1bcd, 3abc en 5
Werkboek paragraaf 2.3 opdracht 1, 4, 5, 6 en 7
Aantekeningen / lessonup
Vrijdag 17 december - 1e uur

Slide 30 - Slide