H1.1 - Les 1: Weer of klimaat?

4 MAVO
Hoofdstuk 1
Het weer en het klimaat
Paragraaf 1
Weer of klimaat?
---

1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 26 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4 MAVO
Hoofdstuk 1
Het weer en het klimaat
Paragraaf 1
Weer of klimaat?
---

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg komend jaar

Start aan H1: "Weer en klimaat".


Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Planning
Na deze week nog maar 6 lesweken tot SE
In totaal maar 17 lessen voor 19 paragrafen!

Oftewel: we gaan snel en er is weinig tijd voor herhaling.

Maar: als je het goed bijhoudt, vragen stelt als je het niet snapt komt het helemaal goed.



Slide 4 - Slide

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kan de 5 weerselementen noemen.
  2. Je kan voor elk weerselement aangeven hoe je dit meet en in welke eenheid je dit aangeeft.
  3. Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.
  4. Je kan verband uitleggen tussen zonnekracht en bewolkingsgraad.
  5. Je kan de 5 klimaatfactoren noemen
  6. Je kan uitleggen hoe de klimaatfactoren invloed hebben op temperatuur of neerslag

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Het weer

Slide 7 - Slide

WEER EN KLIMAAT

Het weer is de temperatuur, neerslag en wind op een bepaald moment.

Het klimaat is het gemiddelde in weer over een lange periode (20 tot 30 jaar).

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Je kan de 5 weerselementen noemen.
Weerselementen - Het weer wordt beïnvloed door elementen.
  1. Wind
  2. Neerslag
  3. Temperatuur
  4. Bewolkingsgraad
  5. Luchtdruk

Slide 11 - Slide

NEERSLAG
IN NEDERLAND

Slide 12 - Slide

NEERSLAG
Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.


1. Lucht stijgt op/verdampen
2. Lucht koelt af/condenseren
3. Kan minder waterdamp bevatten en wolken ontstaan

Slide 15 - Slide

Je kan het verband uitleggen tussen zonnekracht/UV-straling en bewolkingsgraad.
Zonnekracht - De zonkracht is een maat voor de hoeveelheid uv-straling in het zonlicht die de aarde bereikt. 
            -- Heeft een waarde tussen 1 en 8.
UV-straling - Ultraviolette straling, een onderdeel van zonlicht.
Bewolkingsgraad - Het percentage van de hemel dat met wolken is bedekt.

Slide 16 - Slide

Je kan de 5 klimaatfactoren benoemen
  1. Breedteligging
  2. Hoogteligging
  3. Gesteldheid van het aardoppervlak (land / zee)
  4. Afstand tot de zee (of ander groot wateroppervlak)
  5. Aanvoer van warmte / kou / vocht van elders door wind of oceaanstromen 

Slide 17 - Slide

Aan de slag!
  • Lees de eerste paragraaf van hoofdstuk 1.
  • Maak de opdrachten 3, 4, 5 en 7

Regels wanneer je aan het werk bent:
  • Je mag samenwerken op fluistertoon
  • Je steekt je vinger op als je iets wilt vragen.

Slide 18 - Slide

Je kan uitleggen waarom er verschillende seizoenen zijn.

Je hebt verschillende seizoenen, maar waarom zijn er verschillende seizoenen?

Slide 19 - Slide

Draaiing van de aarde - dag & nacht

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Slide

Je kan de seizoenen op het noordelijk en zuidelijk halfrond benoemen aan de hand van een afbeelding met de stand van de aarde om de zon.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Link

Lesdoelen van vandaag
  1. Je kan de 5 weerselementen noemen.
  2. Je kan voor elk weerselement aangeven hoe je dit meet en in welke eenheid je dit aangeeft.
  3. Je kan in 3 stappen beschrijven hoe neerslag ontstaat.
  4. Je kan verband uitleggen tussen zonnekracht en bewolkingsgraad.
  5. Je kan de 5 klimaatfactoren noemen
  6. Je kan uitleggen hoe de klimaatfactoren invloed hebben op temperatuur of neerslag

Slide 25 - Slide

HUISWERK maandag
Maak de opgaven 3, 5 en 6

Slide 26 - Slide