VCA compleet examen V & VI

VCA 
Compleet examen
V & VI
1 / 41
next
Slide 1: Slide
VCAMBOStudiejaar 1

This lesson contains 41 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

VCA 
Compleet examen
V & VI

Slide 1 - Slide

In een constructiewerkplaats wordt een nieuwe lasrobot geïnstalleerd. Wat geldt voor de risico-inventarisatie & evaluatie (RI&E)?
A
Er moet een nieuwe RI&E door de medewerkers uitgevoerd worden.
B
Er moet een nieuwe RI&E uitgevoerd worden door de werkgever en werknemer samen.
C
Er moet een nieuwe RI&E worden uitgevoerd door een interne veiligheidsdeskundige (preventiemedewerker).
D
De werkgever mag zelf bepalen of een nieuwe RI&E noodzakelijk is.

Slide 2 - Quiz

Wat mag de Inspectie SZW doen?
A
Een plan van aanpak afkeuren
B
Een werkvergunning ondertekenen
C
Het werk stilleggen
D
Overwerkbriefjes ondertekenen

Slide 3 - Quiz

Wat moet de werkgever regelen in het kader van gezondheidstoezicht?
A
Mogelijkheid tot periodiek onderzoek (PMO)
B
Controle van een zieke thuis
C
Griepspuiten voor werknemers boven de 50 jaar

Slide 4 - Quiz

Harry werkt in een fabriek met gevaarlijke stoffen. Hij heeft voldoende PBM's om zich te beschermen en hij heeft ook een persoonlijke monitor bij zich. Opeens ziet hij bij een opslagvat een groene damp vrijkomen. Wat moet hij doen?
A
Gewoon blijven werken. Zijn PBM's en persoonlijke monitor beschermen hem
B
Afstand houden en zijn chef waarschuwen
C
Direct kijken wat er aan de hand is

Slide 5 - Quiz

Je bent bezig met graafwerkzaamheden.

Wanneer graaf je zorgvuldig?
A
Als je een getande graafbak gebruikt
B
Als je op aanwijzingen van de Inspectie SZW graaft
C
Als je proefsleuven graaft

Slide 6 - Quiz

Gerrit moet werkzaamheden uitvoeren in een opslagtank. Als voorzorgsmaatregel worden er steekflenzen geplaatst. Waarvoor dienen steekflenzen?
A
Om Gerrit te beschermen tegen de gevaren van elektriciteit
B
Als scheidingswand bij de opslag van twee gevaarlijke stoffen
C
Voor het afsluiten van toevoerleidingen naar de opslagtank

Slide 7 - Quiz

Wat is het doel van de Arbeidstijdenwet?
A
Bescherming van de werknemers zodat zij niet meer dan 38 uur per week werken
B
Bescherming van werknemers om te voorkomen dat de veiligheid en gezondheid in gevaar komt
C
Bescherming van werkgevers om vakanties mogelijk te maken

Slide 8 - Quiz

Wat maakt het werken met hydraulisch gereedschap gevaarlijk?
A
Door de hoge druk kunnen slagen of koppelingen losschieten en letsel veroorzaken
B
Door de hoge luchtdruk kunnen onderdelen worden weggeblazen
C
Er ontstaat veel warmte waardoor brand kan ontstaan

Slide 9 - Quiz

Hoe kan het werken met een boormachine brand veroorzaken?
A
Door het wegspatten van heet boorsel
B
Door het werkstuk niet vast te zetten
C
Door het lang uitlopen van de machine

Slide 10 - Quiz

Welke eis geldt voor gereedschapmachines?
A
Deze moeten door iedereen bediend kunnen worden
B
Deze moet in een afgesloten ruimte staan
C
Deze moeten een CE-markering hebben

Slide 11 - Quiz

Wanneer kun je een rolsteiger veilig verplaatsen?
A
Als dat gebeurt onder deskundig toezicht
B
Als de stabilisatoren verwijderd zijn
C
Als er niemand meer op de steiger is

Slide 12 - Quiz

Waarom moet je bij het gebruik van pneumatisch gereedschap regelmatig pauzeren?
A
Om het apparaat weer te laten afkoelen
B
Om je lichaam te laten herstellen (pauze/rust)
C
Om te controleren of alles nog in orde is

Slide 13 - Quiz

Welke eis moet je aan een hamer stellen?
A
De steel mag niet meer dan één beschadiging hebben
B
Het gewicht van de kop moet erop staan
C
Kop en steel moeten stevig bevestigd zijn

Slide 14 - Quiz

Waarom kun je beter een ringsleutel in plaats van een steeksleutel gebruiken?
A
De moer zal dan minder beschadigen
B
Dat is veiliger voor de gebruiker
C
Je kunt dan meer kracht zetten

Slide 15 - Quiz

Welke oordopjes zie je hier?
A
Watten
B
Pluggen
C
Otoplastieken

Slide 16 - Quiz

Welk soort bord zie je hier?
A
Waarschuwingsbord
B
Veiligheidsvoorzieningenbord
C
Gebodsbord
D
Verbodsbord

Slide 17 - Quiz

Dit bord betekent:
A
Verboden toegang voor vreemden
B
Verboden toegang voor bevoegden
C
Verboden toegang voor onbevoegden
D
Verboden toegang

Slide 18 - Quiz

Je werkt bij een verhuisbedrijf. Er worden vandaag verhuisdozen en meubels verhuist.

Welke uitspraak is juist?
A
Je mag maximaal 15 kilo tillen als je alleen bent.
B
Bij het tillen houdt je de last (dat wat je tilt) zo dicht mogelijk tegen je aan.
C
Je houdt je armen gestrekt bij het tillen van een doos.

Slide 19 - Quiz

Wat is een belangrijke taak van deskundige personen of diensten op het gebied van preventie?
A
Het uitvoeren van arbeidsgeneeskundige onderzoek
B
Handhaven van de Arbeidsomstandighedenwet op de werkplek
C
Het overnemen van de verantwoordelijkheid op het gebied van Veiligheid en gezondheid (V&G)

Slide 20 - Quiz

Wat bevordert veilig werken?
A
Door een positieve instelling over veiligheid
B
Door stoer gedrag te stimuleren
C
Door meer PBM’s dan nodig te gebruiken

Slide 21 - Quiz

Welke kleuren worden gebruikt op borden voor brandbestrijdingsmiddelen?
A
Wit pictogram op rode achtergrond.
B
Wit pictogram op groene achtergrond.
C
Zwart pictogram op gele achtergrond.

Slide 22 - Quiz

Wat is een functie van een werkvergunning?
A
Alle betrokkenen bij het werk moeten overleggen over een veilige uitvoering.
B
De overheidsinspectiedienst Veiligheid en Gezondheid kan controleren welke werkzaamheden worden uitgevoerd.
C
De arbodienst kan bepalen of de betrokken werknemers gekeurd dienen te worden.

Slide 23 - Quiz

Wat betekent dit bord?
A
Oppassen voor vallende voorwerpen.
B
De valbeveiliging gereed houden.
C
De valbeveiliging verplicht gebruiken.

Slide 24 - Quiz

Wat staat onder andere in een bedrijfsnoodplan vermeld?
A
De fasering bij bestrijding van noodsituaties.
B
Wanneer de evacuatieoefening wordt gehouden.
C
Welke stoffen en processen op het terrein voor een noodsituatie kunnen zorgen.

Slide 25 - Quiz

Hoe kan blootstelling aan giftige stoffen het best worden beperkt?
A
Door altijd dezelfde persoon met de giftige stof te laten werken.
B
Door de medewerkers te trainen in het werken met giftige stoffen.
C
Door een andere, niet giftige stof te gebruiken.

Slide 26 - Quiz

Op de verpakking van een stof staat onderstaand pictogram.

Wat is een eigenschap van deze stof?
A
Bijtend.
B
Licht ontvlambaar.
C
Oxiderend.

Slide 27 - Quiz

Wat is de LEL van een gas?
A
De hoogste concentratie van het gas waarbij een ontploffing mogelijk is.
B
De laagste concentratie van het gas die gemeten kan worden.
C
De laagste concentratie van het gas waarbij een ontploffing mogelijk is.

Slide 28 - Quiz

Wat doe je als eerste als je een brand ontdekt?
A
De brandweer waarschuwen.
B
De politie waarschuwen.
C
Voor eigen veiligheid zorgen.

Slide 29 - Quiz

Wanneer moet een hijsband worden afgekeurd?
A
Als de hijsband ouder dan twee jaar is.
B
Als de hijsband aan het zonlicht is blootgesteld.
C
Als het label onleesbaar is.

Slide 30 - Quiz

Wat is een regel bij het gebruik van kettingen?
A
Draai de bouten van de sluitingen helemaal aan.
B
Vet de ketting in voordat je gaat hijsen.
C
Werk altijd met z’n tweeën.

Slide 31 - Quiz

Wanneer is elektrisch handgereedschap tegen water en vocht beschermd?
A
Nooit.
B
Wanneer het dubbel geïsoleerd is
C
Wanneer de machine geaard is

Slide 32 - Quiz

Voor wie is de veiligheidsbril bestemd?
A
Voor iemand die door zijn slechte ogen niet veilig kan werken
B
Voor iemand die door zijn bril geen volgelaatmasker past
C
Voor iemand die bij zijn werk beschermd moet worden tegen rondvliegende hard en scherpe deeltjes

Slide 33 - Quiz

Wat zijn 2 voorbeelden van gehoorbescherming?
A
Koptelefoon en propjes
B
Pluggen en gehoorkappen
C
Oorwarmers en watten

Slide 34 - Quiz

Wanneer ben je verplicht gehoorbescherming te dragen?
A
Vanaf 80db
B
Vanaf 85db
C
Vanaf 90db

Slide 35 - Quiz

Waarvoor waarschuwt dit pictogram?
A
Schadelijke stoffen
B
Giftige stoffen
C
Corrosieve stoffen

Slide 36 - Quiz

Wat brandt er bij een brandklasse C?
A
Vaste stof
B
Gas
C
Vloeistof

Slide 37 - Quiz

Je mag onder de 18 jaar werken in een besloten ruimte.
A
Waar
B
Niet waar
C
Het mag alleen onder toezicht van iemand die ouders is dan 18.

Slide 38 - Quiz

Waarvoor gebruik je een steekflens?
A
Voor het afsluiten van toevoerleidingen naar vaten, tanks of installaties
B
Als scheidingswand bij de opslag van twee gevaarlijke stoffen
C
Om de werknemer te beschermen steekvlammen

Slide 39 - Quiz

Waarom is het slopen van asbest zo gevaarlijk?
A
Er kunnen gevaarlijke gassen vrijkomen
B
Er kunnen gevaarlijke stofdeeltjes vrijkomen
C
Er kunnen gevaarlijke dampen vrijkomen

Slide 40 - Quiz

Wat is er bij het gebruik van hangsteigers verplicht?
A
Bediening alleen door personeel met een VCA-diploma
B
Het gebruik van een steigerkaart
C
Het gebruik van een veiligheidsharnas

Slide 41 - Quiz