Paragraaf 4.2 Uitputbaar: fossiele brandstoffen

4.2 Uitputbaar: fossiele brandstoffen

1 / 26
next
Slide 1: Slide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.2 Uitputbaar: fossiele brandstoffen

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt beschrijven wat de bewezen voorraad van fossiele brandstoffen is.
Je kunt het verband uitleggen tussen de hoogte van de prijs van fossiele brandstoffen en de winbaarheid van voorraden op lastige plekken in de ondergrond.
Je kunt het verband uitleggen tussen technische ontwikkeling en de winbaarheid van voorraden fossiele brandstoffen op lastige plekken in de ondergrond.
Je kunt beschrijven wat de onzekere voorraad van fossiele brandstoffen is. Hierbij ga je in op de hoogte van de prijs van fossiele brandstoffen en de technische ontwikkeling.
Je kunt uitleggen waarom het moeilijk te voorspellen is wanneer de voorraden fossiele brandstoffen op zijn. Hierbij gebruik je de begrippen bewezen voorraad en onzekere voorraad en de vraag naar fossiele brandstoffen.
Je kunt het verband uitleggen tussen de winning, het transport en het verbruik van fossiele brandstoffen en vervuiling, en van deze vervuiling twee voorbeelden geven.
Je kunt het verband uitleggen tussen de winning, het transport en het verbruik van fossiele brandstoffen en de stijging van de gemiddelde temperatuur op aarde. Hierbij ga je in op de rol van koolstofdioxide.
Je kunt uitleggen hoe deze gemiddelde stijging van de temperatuur leidt tot klimaatverandering, het smelten van gletsjer- en landijs en de zee spiegelstijging.
Je kunt uitleggen hoe de gaswinning in Nederland leidt tot aardbevingen in het winningsgebied.
Je kunt uitleggen hoe CCS ingezet wordt om de uitstoot van koolstofdioxide kleiner te maken.
Je kunt het verband uitleggen tussen het opraken van fossiele brandstoffen en het ontstaan van conflicten tussen landen en regio’s.
Je kunt ten minste vijf nadelen geven van het winnen en het gebruiken van fossiele brandstoffen.

Slide 2 - Slide

§4.1 Energiebronnen
Hoofdstuk 4: Bronnen van Energie
§4.2 Uitputbaar: Fossiele brandstoffen
§4.3 Problemen met fossiel
§4.4 Hernieuwbare energiebronnen
Deelvraag = Hoe ontstaan fossiele brandstoffen?

§4.5 Energietransitie in Nederland

Slide 3 - Slide

Leerdoelen 4.2
Aan het einde van de les:

  • Kun je beschrijven wat fossiele brandstoffen zijn en hiervan drie voorbeelden geven.
  • Je kunt beschrijven hoe steenkool ontstaat.
  • Kun je  het verschil uitleggen tussen bruinkool en steenkool, en hierbij het begrip inkoling gebruiken.
  • Kun je  beschrijven hoe aardolie ontstaat uit organische resten van algen, bacteriën en plankton.
  • Kun je beschrijven hoe aardgas ontstaat, vaak samen met steenkool en aardolie.

Tijdens de uitleg:
 ben je stil,
steek je je hand op als je mee wilt doen
 maak je aantekeningen

Slide 4 - Slide

Fossiele brandstoffen
  • Steenkool, aardolie en aardgas zijn gevormd uit resten van planten, bomen en dieren.

  • Fossiele brandstoffen: brandstof die in miljoenen jaren is gevormd uit planten-, bomen- en/of dierenresten.
Hier zie je overblijfselen van een plant (varen) in steenkool.
Maak aantekeningen!!

Slide 5 - Slide

Steenkool
  • Steenkool winnen wij uit gesteentelagen van 300 tot 350 miljoen jaar oud.

  • Vroeger warm en vochtig, tropisch klimaat met veel moerassen.

  • Planten/ bomen / dieren die doodgingen zakten naar de bodem en bleven liggen.

  • In loop van tijd werd dit veen.
Maak aantekeningen!!

Slide 6 - Slide

Steenkool
  • Honderden meters veen stapelden zich op over de miljoenen jaren.
  • Veen werd samengeperst door toename van druk en temp.
  • Kool- en zuurstof nam toe: Inkoling.
  • Er ontstond eerst bruinkool.
  • Daarna steenkool.

Maak aantekeningen!!

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Slide 9 - Video

Aardolie
  • Komt uit gesteenten van miljoenen jaren oud.
  • Plankton, bacteriën en algen stierven af.
  • Resten raakten op de zeebodem bedekt onder laagjes klei, zand of kalk.
  • Druk en temperatuur neemt toe.
  • Zand, klei en kalk verander in in zandsteen, schalie en kalksteen;
  • Er ontstaat aardolie in die gesteentelagen.


Maak aantekeningen!!

Slide 10 - Slide

Aardgas
  • Aardgas ontstaat uit resten van planten, bomen algen, bacteriën en plankton.
  • Aardgas bevind zich in aardolie en steenkool.
  • Door toenemende druk en temperatuur komt er aardgas vrij tussen steenkool en aardolie.
  • Aardgas kan bewegen in de aardkorst tot het een ondoorlatende laag tegen komt.
Maak aantekeningen!!

Slide 11 - Slide

  • Er zijn twee provincies in Nederland die bekend staan om de fossiele brandstoffen:

  • Groningen heeft aardgas.
  • Limburg heeft steenkool.

Slide 12 - Slide

Aardgas
Steenkool
Aardolie

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

Vragen?

Slide 15 - Slide

Aan de slag
Ga naar SOM Today
Leermiddelen
Aardrijkskunde
3 vmbo t/h
Ga naar paragraaf 4.2 Energiebronnen

We gaan een aantal opdrachten samen maken:
1 t/m 5

Slide 16 - Slide

HERHALING
Paragraaf 4.2
Uitputbaar: Fossiele brandstoffen 

Slide 17 - Slide

Leg het begrip fossiele brandstoffen uit

Slide 18 - Open question

Waarom zijn fossiele brandstoffen uitputbaar

Slide 19 - Open question

Noem 3 fossiele brandstoffen

Slide 20 - Open question

Hoe ontstaat steenkool? Sleep de zinnen naar de blokken in juiste volgorde
1
2
3
4
Er onstaat eerst bruinkool, daarnaa steenkool
Planten/ bomen /dieren sterven en zakken naar de bodem. Dit blijft liggen.
Kool- en zuurstof neemt toe 
( inkoling )
Er ontstaat veen.
Veen werd samengeperst door toename van druk en temp.

Slide 21 - Drag question

Wat is steenkool?
A
Samengeperste planten van miljoenen jaren oud
B
Samengeperste zeediertjes van miljoenen jaren oud
C
Een sponzige laag van dode planten
D
Steenkool is een veenlaag uit de Middeleeuwen

Slide 22 - Quiz

Aardolie is ontstaan uit:
A
Steenkool
B
Plankton
C
Bruinkool
D
Turf

Slide 23 - Quiz

Wat is het belangrijkste verschil tussen het ontstaan van steenkool en aardolie?

Slide 24 - Open question

Aardgas is ...
A
uitputbaar
B
hernieuwbaar

Slide 25 - Quiz

Leg de stelling uit:
Zonder ondoorlatende laag is er geen aardgas in de bodem te vinden.

Slide 26 - Open question