PARAGRAAF 9.5 SOA'S

Lesplanning
Controle aanwezigheid/schoolspullen/Telefoon
Duur: 10 minuten
Agenda - Chromebook met oplader - schrijfspullen (zwart/blauw/rood)-leerwerkboek

Korte herhaling: bloedgroepen en rhesusfactor
Korte uitleg paragraaf 9.5 Soa's
Oefentoets
Opdrachten 4-6-13-14
Duur: 10 minuten

Zelfstandig nakijken huiswerkopdrachten (corrigeren waar nodig met rood)
Tijdens het nakijken kom ik controleren of de opdrachten gemaakt zijn.
Duur: 30 minuten

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Lesplanning
Controle aanwezigheid/schoolspullen/Telefoon
Duur: 10 minuten
Agenda - Chromebook met oplader - schrijfspullen (zwart/blauw/rood)-leerwerkboek

Korte herhaling: bloedgroepen en rhesusfactor
Korte uitleg paragraaf 9.5 Soa's
Oefentoets
Opdrachten 4-6-13-14
Duur: 10 minuten

Zelfstandig nakijken huiswerkopdrachten (corrigeren waar nodig met rood)
Tijdens het nakijken kom ik controleren of de opdrachten gemaakt zijn.
Duur: 30 minuten

Slide 1 - Slide

1-4-6-13-14-18 hoefden niet gemaakt te worden. Dit is sneller te controleren, dan het aantal opdrachten die wel gemaakt moesten worden.
Wat is het verschil tussen actieve en passieve immunisatie?

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Slide

Vooral aandacht geven aan de formulering van de antwoorden.

Koppeling hoofdstukken in het ntwoord.


Slide 4 - Open question

This item has no instructions

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Huiswerkopdrachten nakijken
2-3-5-7-8-9-10-11-12-15-16-17-19-20-21

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

PARAGRAAF 9.5 SOA'S
  1. Je kunt uitleggen wat een soa is, hoe je besmet kunt raken met een soa en hoe je soa's kunt voorkomen.
  2. Je kunt een aantal gevolgen van soa's beschrijven.
  3. Je kunt uitleggen wat je moet doen als je besmet bent met een soa en hoe je van soa's kunt genezen.
  4. Je kunt uitleggen waardoor aids een bijzondere soa is.



Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Geef bij elk ‘smoesje’ om geen condoom te gebruiken een tip.
1) Ik schaam me om condooms te kopen.
2) Ik ben bang dat ik zit te klungelen bij het omdoen.

Slide 9 - Open question

This item has no instructions

De beweringen zijn onjuist. Bedenk wat de juiste bewering is en geef een uitleg.
a Veilig vrijen betekent dat een meisje de pil slikt.
b Je kunt aids krijgen als je iemand met aids een hand geeft.

Slide 10 - Open question

This item has no instructions

Je kunt uitleggen wat een soa is
In paragraaf 9.2 heb je geleerd over infectieziekten. 

Er zijn ook infectieziekten die je kunt overdragen door seksueel contact. Zo’n ziekte heet een soa: seksueel overdraagbare aandoening. Veel mensen noemen een soa ook wel een geslachtsziekte. 


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Wat is een SOA?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Hoe je besmet kunt raken met een soa
De meeste soa’s worden veroorzaakt door bacteriën en virussen. 

Ze worden doorgegeven via sperma, vocht uit de vagina, bij contact tussen slijmvliezen en soms via het bloed. Slijmvliezen zitten op de penis, in de vagina, in de anus en in de mond. 

Soa’s worden vaak overgedragen door onveilig vrijen. Dat is vaginale (via de vagina) of anale geslachtsgemeenschap (via de anus) zonder condoom. Ook door orale seks (met de mond) kunnen soa’s worden overgedragen. 



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Hoe kun je besmet raken met een soa?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Hoe je soa's kunt voorkomen.
Een condoom is het enige voorbehoedmiddel dat beschermt tegen soa’s.


 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Wat vind jij: Wie moet er over condooms beginnen?
Jongens, meisjes, of allebei? Leg je antwoord uit.

Slide 17 - Open question

This item has no instructions

Wat moet je doen als je een SOA hebt?
De meeste soa’s gaan niet vanzelf over. Soms verdwijnen de klachten wel een poosje, maar je bent nog steeds ziek. 

Veel van die klachten merk je heel snel: 

  • afscheiding uit de penis of vagina;
  • jeuk of branderig gevoel;
  • blaasjes, wratten of zweertjes rond en in de penis of vagina





Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Slide 19 - Video

This item has no instructions

Slide 20 - Video

This item has no instructions

Wat moet je doen bij klachten?
Heb je dergelijke klachten, ga dan meteen naar de huisarts of naar de GGD. De arts kan dan een soatest doen. 

Afhankelijk van de klachten onderzoekt een arts dan slijm uit de vagina of van de penis, of hij doet een urine- of bloedtest.

Bij herpes en hiv genees je niet, want het virus van beide infecties blijft in je lichaam zitten. Je bent dan drager van het virus.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Wat is AIDS?
De ziekte aids komt door het aidsvirus, ook wel hiv genoemd.

Als je het aidsvirus (hiv) in je bloed hebt, ben je seropositief. Dat betekent dat je drager bent van hiv, maar nog niet ziek bent. Het kan jaren duren voordat je symptomen van aids krijgt. Tijdens deze incubatietijd kun je anderen ongemerkt besmetten.

Pas als iemand symptomen vertoont, heeft hij de ziekte aids. 

Aids maakt witte bloedcellen stuk, waardoor de afweer niet goed meer werkt. Ziekten waar je normaal gesproken van kunt genezen, zoals griep of longontsteking, kunnen tot de dood leiden.

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Wat betekent de afkorting SOA?
A
Bacterie
B
Geslachtsziekte
C
Infectieziekte
D
Seksueel overdraagbare aandoening

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Zijn alle soa's direct merkbaar?
A
Nee, niet alle soa's merk je direct
B
Ja, maar alleen bij mannen
C
Ja, alle soa's zijn direct merkbaar
D
Nee, maar de meeste soa's zijn direct merkbaar

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Waar kun je terecht als je vermoedt dat je een soa hebt?
A
Bij de tandarts
B
Bij de huisarts of bij de GGD
C
Bij de apotheek
D
Bij de supermarkt

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Wat zijn veelvoorkomende klachten bij een soa?
A
Spierpijn en vermoeidheid
B
Afscheiding uit de penis of vagina, jeuk of branderig gevoel, blaasjes, wratten of zweertjes rond en in de penis of vagina
C
Buikpijn en misselijkheid
D
Hoofdpijn en koorts

Slide 26 - Quiz

This item has no instructions

Hoe worden de meeste soa's overgedragen?
A
Via de lucht
B
Via sperma, vocht uit de vagina, bij contact tussen slijmvliezen en soms via het bloed
C
Door handen schudden
D
Door eten en drinken

Slide 27 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de oorzaak van de dood bij aids?
A
Symptomen van aids
B
Ziekten waar men normaal van kan genezen
C
Incubatietijd
D
Het aidsvirus (hiv)

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Hoe lang kan het duren voordat symptomen van aids optreden?
A
Weken
B
Dagen
C
Jaren
D
Maanden

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de betekenis van seropositief?
A
Symptomen van aids vertonen
B
Besmettelijk zijn voor anderen
C
Witte bloedcellen stuk maken
D
Drager van hiv zonder ziek te zijn

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

Huiswerk
Opdrachten 1-4-5-6-7-9-10-11-12-13-14-17

Slide 31 - Slide

This item has no instructions