This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Verkoopprijs bepalen
Bruto winst op de inkoopprijs
Slide 1 - Slide
Programma
Wat heb ik vorige keer geleerd?
Nakijken opgaven.
Wat ga ik vandaag leren?
Uitleg
Maken opgaven.
Afsluiten
Slide 2 - Slide
Hoe noem je het aantal verkochte producten in een bepaalde tijd?
A
omzet
B
afzet
C
bruto winst
D
arbeidsproductiviteit
Slide 3 - Quiz
Omzet - Inkoopwaarde = ...
A
Bedrijfskosten
B
Verkoopwaarde
C
Bruto winst
D
netto winst
Slide 4 - Quiz
Lahdo BV heeft een goede maand gehad. De omzet was € 45.000. De inkoopwaarde van de omzet bedroeg € 25.000 en de bedrijfskosten waren € 15.000. Wat is de bruto winst?
A
€ 20.000
B
€ 5.000
C
€ 30.00
D
€ 10.000
Slide 5 - Quiz
De firma List en Bedrog BV heeft in de maand mei 2500 artikelen verkocht. De gemiddelde verkoopprijs per artikel is € 12,50. De gem. inkoopprijs is € 7,50 per artikel. Wat is de bruto winst van de maand mei.
A
€ 7.500
B
€ 10.00
C
€ 12.500
D
€ 15.000
Slide 6 - Quiz
Opgaves nakijken
Opgaves 1 tm 5
Slide 7 - Slide
Lesdoel
Na deze les kan ik de brutowinstopslag als percentage van de inkoopprijs uitrekenen.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Slide
Slide 12 - Slide
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Slide
Standaard rijtje
Slide 17 - Slide
Standaard rijtje
Slide 18 - Slide
Verwerken
Opgaven 6 t/m 13
10 minuten
Nakijken
timer
1:00
Slide 19 - Slide
Bij de brutowinstopslag is de inkoopprijs 100%
A
Juist
B
Onjuist
Slide 20 - Quiz
Inkoopprijs € 80,- (vorig antwoord) Brutowinstopslag 20% Bereken de verkoopprijs.
A
€ 100,-
B
€ 96,-
Slide 21 - Quiz
Een bedrijf heeft 35% brutowinstopslag. Hoeveel % is zijn inkoopwaarde omzet?