Les 12 - laatste les voor toets

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 2

Plattegrond

                                                                                  docent

Welkom bij Economie in B2

Les 12

Oefenen voor de toets

Wat doen we deze les?

• Start + welkom
  
  
• Oefentoets bespreken

• Quiztime!

WELVAART

en

WELZIJN

Koopgedrag

Je koopgedrag wordt bepaald door:

• je persoonlijke smaak
• reclame
• de verkoper
• vrienden en familie
• budget

Schaarste

Leg begrippen uit!

Primaire behoeften zijn ...

1. de noodzakelijke behoeften.
2. de luxe behoeften.

Het hebben van een huis is een ...

1. primaire behoefte.
2. secundaire behoefte.

Wat is welvaart?

1. Hoeveel iemand kan kopen
2. In hoeverre je in je behoefte kunt voorzien
3. Hoe leuk je je leven vindt
4. Hoeveel je kunt bewegen

Hoe rijker hoe welvarender.

1. Juist
2. Onjuist

Je hebt een nieuwe broek gekocht. Geld is een ...........

1. rekenmiddel
2. ruilmiddel
3. spaarmiddel

Je gaat naar de supermarkt en
koopt een frikandelbroodje.
Dit is ............

1. directe ruil
2. indirecte ruil

Een telefoonabonnement is een .......

1. dagelijkse uitgave
2. vaste laste
3. incidentele uitgave

Een vakantie is een .......

1. dagelijkse uitgave
2. vaste laste
3. incidentele uitgave

Een cadeautje voor je
vriend(in) is een

1. dagelijkse uitgaven
2. vaste lasten
3. incidentele uitgaven

Een budget is ........

1. Een overzicht van alle inkomsten
2. Een overzicht van alle uitgaven
3. Geen van beide

Op welke uitgavepost kan je moeilijk bezuinigen?

1. dagelijkse uitgaven
2. vaste lasten
3. incidentele uitgaven

Als je moet bezuinigen
gaat dat het best op ......

1. dagelijkse uitgaven
2. vaste lasten
3. incidentele uitgaven

Als je wilt sparen, moet je minder uitgeven dan je budget toelaat.

1. Waar
2. Niet waar

De rente op een spaarrekening is HOGER dan de rente op een lening.

1. Waar
2. Niet waar

Je spaart voor een vakantie.
Wat is je spaarmotief?

1. Sparen met een doel
2. Sparen uit voorzorg
3. Sparen voor de rente

De wasmachine is kapot en jullie kopen direct een nieuwe.
Wat is jouw leenmotief?

1. aanschaf duurzaam consumptiegoed
2. oplossen tijdelijk geldtekort
3. opvang van een calamiteit

Wat is koopkracht?

1. Hoeveel geld je hebt
2. Hoeveel producten je kunt kopen
3. Hoeveel spaargeld je hebt
4. Hoeveel Euro's je kunt uitgeven

Je krijgt 1% loonsverhoging.
De inflatie is 2%.
Met hoeveel procent stijgt of daalt jouw koopkracht?

In Economia heeft 85.591.793 inwoners.
Hoeveel miljoen inwoners heeft Economia?
Rond af op 1 decimaal.