10.1 Lineair verband

Herhaling Formules
2BKGT
1 / 20
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Herhaling Formules
2BKGT

Slide 1 - Slide

Programma van de les
Wat hebben we gister gedaan?

Uitleg

Klassikale vragen

Slide 2 - Slide

Een lineaire formule.
Wat weet jij al?

Slide 3 - Open question

Schrijf de formule op van Jans.

Slide 4 - Open question

Hoort deze tabel bij een lineaire formule?





A
wel lineair
B
niet lineair

Slide 5 - Quiz

Wat is het startgetal?
A
76
B
100
C
91
D
50

Slide 6 - Quiz

Wat is het startgetal?
A
-2
B
3
C
0
D
5

Slide 7 - Quiz

Wat is het hellingsgetal van de volgende formule:
y = 3 x a + 5
A
3
B
5

Slide 8 - Quiz

Doel van de les
  • De leerling kan een lineaire formule opstellen, aan de hand van een grafiek
  • De leerling kent de begrippen:
  • Hellingsgetal, begingetal, regelmaat, lineair verband
  • De leerling weet op welke 3 manieren je lineaire verbanden kunt herkennen

Slide 9 - Slide

Paragraaf 10.1
Hoe herken je een lineair verband?
1. De grafiek; is de grafiek een rechte lijn, dan heb je waarschijnlijk te maken met een lineair verband
2. De tabel; is er een regelmaat in de tabel, dan heb je waarschijnlijk te maken met een lineair verband.
3. De formule; heeft de formule de vorm van : Y=ax+b, dan heb je te maken met een lineair verband

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video

Hoort er bij deze tabel een lineair verband? Zo ja, leg uit waarom

x
0
1
2
3
4
5
y
90
92
94
96
98
100

Slide 12 - Open question

Geen lineair verband
Lineair verband

Slide 13 - Drag question

Geef het startgetal en hellingsgetal
x
0
1
2
3
4
y
3
18
33
48
62
A
Hellingsgetal (a) = 3 Startgetal (b) = 0
B
Hellingsgetal (a) = 5 Startgetal (b) = 3
C
Hellingsgetal (a) = 15 Startgetal (b) = 3
D
Hellingsgetal (a) = 3 Startgetal (b) = 15

Slide 14 - Quiz

Wat is het hellingsgetal?
A
-2
B
-1
C
0
D
2

Slide 15 - Quiz

Aan het werk
Kies 1 van de volgende routes:

Ik vind het lastig: 1, 2, O3, 4, O5, 6
Het is te doen: 1, 2, 3, 4, 5, 6
Ik vind het makkelijk: 2, 3, 4, 5, U1, U2

Slide 16 - Slide

Ik wist het meeste nog
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 17 - Poll

ik kan tijdens de les mijn vragen stellen aan de docent
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 18 - Poll

Ik kan goed werken in deze klas.
ja
soms wel soms niet
het is vaak te onrustig
ik kan niet werken in deze klas

Slide 19 - Poll

ik denk dat dit hoofdstuk makkelijker is dan het vorige
πŸ˜’πŸ™πŸ˜πŸ™‚πŸ˜ƒ

Slide 20 - Poll