California Unit 1 recap

• Engels
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 2

Unit 1 recap

Welcome!

Planning

Present simple herhalen

Meervoud herhalen

Wat komt er op de toets?

Wat neem je mee?

Zelf oefenen

The Present Simple

Present Simple

Present Simple

Je gebruikt de Present Simple bij:

• FEITEN
• GEWOONTEN
• REGELMATIGHEDEN

Hoe maak je de Present Simple? 

I work	Do I work?	I don't work
You work	Do you work?	You don't work
He/She/It work s	Do es he/she/it work?	He/She/It do es n't work
We work	Do we work?	We don't work
You work	Do you work?	You don't work
They work	Do they work?	They don't work

Hoe maak je de Present Simple?

Present simple:

Wat is de regel van de present simple?

1. SHIT-regel
2. hele ww (bij I, you, we, they) hele ww + s (bij he, she, it)
3. Hele werkwoord
4. Werkwoord + -ed

Present simple: He always _____ (walk) to school.

1. walk
2. walks
3. walked
4. is walking

Present simple: The train _____ (arrive) at 4 PM everyday.

1. arrive
2. arrives
3. is arriving
4. arrived

Present simple: I _____ (write) a letter every week.

1. write
2. writes
3. wrote
4. am writing

Plurals (meervoud)

Basis regel en uitzonderingen

Plural

De meeste vormen eindigen in het meervoud op -s

parent -> parents

star -> stars

friend -> friends

Plural

Eindigen op -sis klank

watch -> watches

dish -> dishes

Plural

Eindigen op -f (klank). De -f veranderd in -ves. 

life - lives

leaf - leaves

Plural

Onregelmatig. (leer deze!)

child - children

foot - feet

mouse - mice

sheep - sheep

tooth - teeth

Plurals (= meervoud): What is the plural of
wolf?

1. wolves
2. wolfs
3. wolvs
4. wolfes

Plural of:

1. shoe
2. shoes
3. schoenen
4. shoos

Plurals (=meervoud): What is the plural of bus?

1. buss
2. busses
3. buses
4. buse's

Plural of:

1. tomatos
2. tomaten
3. tomato's
4. tomatoes

Wat komt er op de toets?

Leesvaardigheid (leestekst met vragen)

Luistervaardigheid (audio met vragen)

Woordvolgorde (woorden door elkaar in een goede zin zetten)

Woorden vertalen (ENG -> NL en NL -> EN)

Engelse woorden in een goede zin zetten

Grammatica: meervoud (toepassen, goede vorm kiezen)

Grammatica: present simple

Wat neem je mee?

IPad
Lader

Oortjes

Je krijgt de hele les voor het proefwerk

Na de toets mag je stil lezen! Niet op je IPad!

What now?

Oefenen voor de toets

- Woordtrainer (1.1-1.6) of op je eigen manier woorden leren

- Test Yourself (1.2-1.5)

- Wil je grammatica oefenenopdrachten? Vraag hierom!

Iedereen is bezig met Engels!

Elkaar helpen mag, muziek (met oortjes via je Ipad) mag! :)