Sprachmittel vorstellen
1 / 12
Lesson duration is: 10 minItems in this lesson
Slide 1 - Slide
Wie war das nochmal?
ik
jij
hij
zij (ev)
het
wij
jullie
zij (mv)
u
ich
du
er
sie
es
wir
ihr
sie
Sie
Slide 2 - Drag question
Welke vervoeging van zijn hoort bij welk pers. vnw. ?
ich
du
er
sie (ev)
es
wir
ihr
sie (mv)
Sie
bin
bist
ist
ist
ist
sind
seid
sind
sind
Slide 3 - Drag question
Wat betekent: Wer bist du?
Slide 4 - Open question
Wat betekent: Wie heißt du?
Slide 5 - Open question
Wat betekent: Wie alt bist du?
Slide 6 - Open question
Wat betekent: Woher kommst du?
Slide 7 - Open question
Wat betekent: Wo wohnst du?
Slide 8 - Open question
Wat betekent: Was ist deine Adresse?
Slide 9 - Open question
Wat betekent: Was ist deine Telefonnummer?
Slide 10 - Open question
Stel jezelf voor met 5 zinnen in het Duits:
