3.1 IJs, water, waterdamp

Deze les
3.1 IJs, water, waterdamp
  • Fasen
  • Kristallen
  • Soorten neerslag
  • PLUS: dichtheid water/ijs.
  • PLUS: cohesie/adhesie
  • Opdr: zie Magister.Me
1 / 14
next
Slide 1: Slide
ExactMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Deze les
3.1 IJs, water, waterdamp
  • Fasen
  • Kristallen
  • Soorten neerslag
  • PLUS: dichtheid water/ijs.
  • PLUS: cohesie/adhesie
  • Opdr: zie Magister.Me

Slide 1 - Slide

Stofeigenschappen

Slide 2 - Slide

VWO

Slide 3 - Slide

3.1 IJs, water, waterdamp
Fasen: de drie toestanden waarin je stoffen tegen kunt komen (voornamelijk moleculen).
  • onder normale omstandigheden  

Slide 4 - Slide

3.1 IJs, water, waterdamp
Fasen: de drie toestanden waarin je stoffen tegen kunt komen (voornamelijk moleculen).
  • onder normale omstandigheden  
Water als gas kun je niet zien!

Slide 5 - Slide

3.1 IJs, water, waterdamp
Soorten neerslag
ijzel

Slide 6 - Slide

3.1 IJs, water, waterdamp
Kristalrooster
VWO

Slide 7 - Slide

  • Sneeuw bestaat uit ijskristallen. Alle kristallen hebben een zeshoekige structuur.
  • Deze kristalstructuur is kenmerkend voor sneeuw. 
  • Elke vaste stof heeft een kenmerkende kristalstructuur.
3.1 IJs, water, waterdamp

Slide 8 - Slide

  • Kristallen kunnen heel klein zijn, maar ook centimeters groot. 
  • En in sommige gevallen wel meters hoog.
3.1 IJs, water, waterdamp

Slide 9 - Slide

Dauw
  • Als de voorwerpen afkoelen omdat ze hun warmte uitstralen dan condenseert de waterdamp in de lucht tot druppeltjes. 
  • Dauw ontstaat het gemakkelijkst op voorwerpen zoals gras, bladeren, relingen, autodaken en bruggen.
3.1 IJs, water, waterdamp

Slide 10 - Slide

Rijp
  • Rijp is een wit laagje bevroren water op voorwerpen en op planten. 
  • Rijp ontstaat 's nachts als voorwerpen snel kouder worden. De waterdamp op de voorwerpen bevriest dan. Het worden dan kleine ijskristallen.
3.1 IJs, water, waterdamp

Slide 11 - Slide

PLUS: DE dichtheid van ijs en water
  • De meeste stoffen krimpen als ze vast worden. Daardoor wordt het volume kleiner en de dichtheid groter.
  • Als water vast wordt, dan wordt het volume groter. 
  • De dichtheid wordt kleiner, ijs drijft daardoor op water.
3.1 IJs, water, waterdamp

Slide 12 - Slide

3.1 IJs, water, waterdamp
VWO
PLUS: Cohesie en adhesie

Slide 13 - Slide

Afsluiting
  • Lezen 3.1 in BOEK of TEAMS
  • Zoek op YouTube zelf naar filmpjes over dit onderwerp, Meneer Wietsema of Ted van Deutekom
  • Opdr: zie Magister.Me

Slide 14 - Slide