Thema 3 BS1: Gaswisseling

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 1: Gaswisseling

1 / 24
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Thema 3: Gaswisseling en Uitscheiding
Basisstof 1: Gaswisseling

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
  1. Je kunt van delen van het ademhalingsstelsel de functies en kenmerken noemen.
  2. Je kunt beschrijven hoe zuurstof en koolstofdioxide door het bloed worden getransporteerd.
  3. Je kunt bij insecten en vissen beschrijven hoe gaswisseling plaatsvindt en hoe zuurstof naar de cellen wordt vervoerd.

Slide 2 - Slide

Gaswisseling = opname en afgifte van gassen aan de lucht. Dit gebeurt in de longblaasjes.

Slide 3 - Slide

Neusslijmvlies met trilhaarepitheel
Slijmlaag houden stoffen vast. Trilharen bewegen stoffen naar buiten.

Slide 4 - Slide

en dan nu...
 nog meer action in de taxion!

maak opgave 5 t/m 7
mensen thuis... maak het online!
Hb = hemoglobine
HbO2 = oxyhemoglobine = hemoglobine geladen met zuurstof
zuurstof wil van waar een hoge pO2 is naar waar een lage p02 is

Slide 5 - Slide

In het neusslijmvlies vinden we ook de reukzintuigen.

Slide 6 - Slide

Bijholten
De neusholte is verbonden met bijholten, welke ook slijm produceren, wat afgevoerd wordt door de neusholte. Bij verkoudheid zwelt het neus- en bijholteslijmvlies op, de uitgangen van de bijholten worden afgesloten en je hebt dat verstopte neus gevoel.
Andere functies van de bijholten kunnen zijn, o.a. resonantie bij het praten en de schedel lichter maken. 

Slide 7 - Slide

Wet van Fick
BINAS 83A
Wet van Fick: n=D*A*(Δc/Δx)

Hoe groter het diffusieoppervlak (A), de diffusiecoëfficiënt (D) en het concentratieverschil (Δc) hoe groter de diffusiesnelheid.
Hoe groter de diffusieafstand (Δx) hoe kleiner de diffusiesnelheid.

Slide 8 - Slide

O2 bindt aan hemoglobine



HbO2 = oxyhemoglobine

CO2  wordt H+ en HCO3-
H+ bindt aan hemoglobine
HCO3- in bloedplasma
Hb laat O2 los
Veel CO2 in het bloed zorgt voor lage ph
Transport O2

Slide 9 - Slide

Transport CO2
  • Deel als CO2 door bloedplasma vervoerd
  • Deel CO2 gebonden aan hemoglobine
  • Grootste deel bindt met water tot H2CO3, valt uiteen tot HCO3- (ook door koolzuuranhydrase) en diffundeert naar bloedplasma. Ladingsverschil rode bloedcellen opgelost door Cl-, vrijgekomen H+ gebonden aan hemoglobine, O2 komt vrij

Slide 10 - Slide

Transport CO2
  • Longhaarvaten opgeloste CO2 vanuit bloedplasma naar alveolaire vocht.
  • Hemoglobine gebonden CO2 en H+ komt vrij.
  • HCO3- vanuit bloedplasma naar rode bloedcellen, vormt H2CO3 met H+ , wordt door koolzuuranhydrase meteen gesplitst in CO2 en H20.

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Video

Partiële druk: pO2 en pCO
0% Hb
100% HbO2

100% Hb
0% HbO2

Een klein beetje zuurstof lost op in bloedplasma, het grootste deel wordt geboden aan hemoglobine (Hb) in de rode bloedcellen.

Bij meer CO2 wordt makkelijker zuurstof afgegeven bij dezelfde zuurstofdruk.
Bohr-effect = hogere afgifte O2 door Hb vanwege hogere temperatuur of pCO2

Slide 13 - Slide

VRAGEN
Vragen?

Slide 14 - Slide

Zet de orgaanstelsels op de juiste plek in het schema. 
Bloedvatenstelsel
Ademhalingstelsel
Verteringstelsel

Slide 15 - Drag question

Via welk proces wordt er zuurstof opgenomen en koolstofdioxide afgegeven?
A
Actief transport
B
Exocytose
C
Osmose
D
Diffusie

Slide 16 - Quiz

Geeft B het zuurstofrijke of zuurstofarme bloed aan?

Geeft Y koolstofdioxide of zuurstof aan?
A
B - rijk Y - zuurstof
B
B - rijk Y - koolstofdioxide
C
B - arm y - zuurstof
D
B - arm Y - koolstofdioxide

Slide 17 - Quiz

Bij Harm meten we de volgende waardes van de uitgeademde lucht:
zuurstof 17%; koolstofdioxide 3%.
Wat is vermoedelijk de samenstelling geweest van zijn ingeademde lucht?
A
Zuurstof 16%, koolstofdioxide 4%
B
Zuurstof 21%, koolstofdioxide 4%
C
Zuurstof 16%, koolstofdioxide 0,04%
D
Zuurstof 21%, koolstofdioxide 0,04%

Slide 18 - Quiz

Door welke factor uit de wet van fick werkt de opname van voedingsstoffen snel?
A
Diffusiecoëfficient (D)
B
Diffusieoppervlak (A)
C
Concentratieverschil
D
Diffusieafstand

Slide 19 - Quiz

Leg uit aan de hand van de Wet van Fick welke factoren de diffusiesnelheid bij een astma-aanval beïnvloeden

Slide 20 - Open question

COPD = longemfyseem en/OF chronische Bronchitis
  • Longemfyseem: beschadigingen van longblaasjes en bronchiolen 
  • Chronische Bronchitis: langdurige, soms levenslange ontsteking 
  • Bij COPD zijn de longblaasjes beschadigd of verstopt. Hierdoor zijn mensen met COPD kortademiger en hebben ze meer moeite met ademhalen.

Slide 21 - Slide

Leg aan de hand van de Wet van Fick uit waarom mensen met COPD kortademiger zijn en meer moeite hebben met ademhalen

Slide 22 - Open question

Bij covid-patienten op de IC dient men zuurstof toe via een slangetje in of kapje op de neus. DIt lijkt de benauwdheidsklachten wat te verlichten.
Leg uit hoe het toedienen van zuurstof de klachten van benauwdheid bij COVID-19 patienten kan voorkomen. Maak in je uitleg gebruik van een factor uit de wet van Fick.

Slide 23 - Open question

Aan de slag
Toetsinzage
Maken: 1 t/m 5



Slide 24 - Slide