Burgerschap inleiding

Burgerschap BBL
Burgerschap



Kennismaking, Opdrachten en Quiz
1 / 34
next
Slide 1: Slide
BurgerschapMBOStudiejaar 1-3

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Burgerschap BBL
Burgerschap



Kennismaking, Opdrachten en Quiz

Slide 1 - Slide

Burgerschap?
Wat is dat?
Schrijf op waar je aan denkt bij dit onderwerp

Slide 2 - Open question

Burgerschapsonderwijs in het mbo
Het vak burgerschap bereidt mbo-studenten voor op actieve participatie in de maatschappij. 
Dit omvat vaardigheden, houding en kennis die worden beschreven aan de hand van vier burgerschapsdimensies: politiek-juridisch, economisch, maatschappelijk-sociaal en vitaal burgerschap. 
Het burgerschapsexamen is vanaf studiejaar 2026-2027 een verplicht onderdeel om je mbo-diploma te halen.
Voor jullie geldt alleen nog een inspanningsverplichting.

Slide 3 - Slide

Hoe rond je Burgerschap af?

4 burgerschapsopdrachten:
opdrachten inleveren op It's learning.
NB. De inhoud kan nog worden aangepast

Deze opdrachten bestaan uit de volgende onderwerpen:
  1. Politiek-juridische dimensie
  2. Economische dimensie 
  3. Sociaal-maatschappelijke dimensie 
  4. Vitaal burgerschap 

Slide 4 - Slide

Wat weten jullie al?

Slide 5 - Slide

Waar gaat artikel 1 in de Grondwet over?
A
Gelijkheid
B
Vrijheid van meningsuiting
C
Vooroordelen
D
Stemrecht

Slide 6 - Quiz

Wat bedoelen we met:
de arbeidsmarkt?
A
Aantal mensen dat op zoek is naar een baan
B
Een congres waar bedrijven banen beschikbaar stellen
C
Vraag naar en aanbod van arbeidskrachten
D
Openstaande vacatures bij bedrijven

Slide 7 - Quiz

Voor welke 5 verkiezingen gaan wij naar de stembus?

Slide 8 - Open question

Het gelijkheidsbeginsel houdt in dat rechten voor alle mensen gelden
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Een opvatting dat mensen beter of juist minderwaardig zijn van wege huidskleur of volk waar ze bij horen heet:
A
Discriminatie
B
Racisme
C
Vooroordelen
D
Stereotype

Slide 10 - Quiz

Een democratie is een bestuursvorm waarbij....
A
Alleen de koning invloed kan uitoefenen op politieke beslissingen
B
alle burgers invloed kunnen uitoefenen op politieke beslissingen
C
één persoon alle macht heeft
D
de regering invloed kan uitoefenen op politieke beslissingen

Slide 11 - Quiz

De tweede kamer bestaat uit
A
75+1 leden
B
75 leden
C
150 leden
D
12 leden

Slide 12 - Quiz

emancipatie
A
streven naar gelijke rechten voor iedereen
B
streven naar gelijke vrouwenrechten
C
streven naar een democratie
D
streven naar kiesrecht voor iedereen

Slide 13 - Quiz

De afbeelding hiernaast is een voorbeeld van een...
A
Traditie
B
Ritueel
C
Symbool

Slide 14 - Quiz

De regering bestaat uit
A
Koning en ministers
B
Koning en minister president
C
Ministers en staatssecretarissen
D
Koning, ministers en staatssecretarissen

Slide 15 - Quiz

Het kritische en met een realistische blik naar jezelf en je gedrag kijken noemen we?
A
Spiegelen
B
Reflecteren
C
Anticiperen
D
Perfectioneren

Slide 16 - Quiz

Noem drie politieke partijen die nu de meeste zetels hebben in de tweede kamer.

Slide 17 - Open question

In Nederland kun je drie soorten straf krijgen. Welke hoort er niet bij?
A
Geldboete
B
Taakstraf
C
Onder toezichtstelling (OTS)
D
Celstraf

Slide 18 - Quiz

Tussen wie gaat een strafrechtzaak
A
Verdachte - Rechter
B
Rechter - officier van Justitie
C
Officier van Justitie - Verdachte
D
Rechter - Politie

Slide 19 - Quiz

Wie zorg voor gezondheidszorg, onderwijs en genoeg leefgeld voor de Nederlandse burger?
A
Burgers
B
Ziekenhuizen
C
Gemeente
D
Overheid

Slide 20 - Quiz

In een borrelglaasje sterke drank zit evenveel alcohol % als in een bierglas met bier
A
Waar
B
Niet waar, meer!
C
Niet waar, minder!

Slide 21 - Quiz


De overheid moet zich net als burgers "gewoon" aan de wet houden: dit noemen we?
A
Democratie
B
Objectiviteit
C
Rechtsstaat
D
Socialisme

Slide 22 - Quiz

Wat is een arbeidsovereenkomst?
A
Regels die een werkgever maakt
B
Eisen die een werknemer heeft
C
Afspraken tussen werknemer en werkgever
D
Een contract uit de CAO

Slide 23 - Quiz

Wat is de goede volgorde?
A
Waarde - Gedrag - Norm
B
Norm - Waarde - Gedrag
C
Waarde - Norm - Gedrag

Slide 24 - Quiz

Wat doet een vakbond?
A
Zij leggen regels op aan werkgevers
B
Onderhandelen met werkgevers over arbeidsovereenkomsten
C
Zij onderhandelen met werkgevers over CAO's
D
Zijn het aanspreekpunt voor werknemers bij ongewenst gedrag

Slide 25 - Quiz

Bij welk geloof hoort de afbeelding?
A
Jodendom
B
Katholicisme
C
Christendom
D
Islam

Slide 26 - Quiz

Kaas hoort in de Schijf van 5
A
Juist
B
Onjuist

Slide 27 - Quiz

Cultuur is een geheel van kenmerken, normen en waarden van een groep mensen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 28 - Quiz

Het geheel van eigenschappen dat jou tot een uniek persoon maakt is jouw
A
Zelfbeeld
B
Verdienste
C
Identiteit
D
Genen

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Slide

Op welk gebied binnen de positieve gezondheid heb jij zelf een uitdaging?
(dia komt zo terug)

Slide 31 - Open question

In deze burgerschapsdimensie ben ik het MEESTE thuis
A
Vitaal burgerschap
B
Politiek-Juridische dimensie
C
Economische dimensie
D
Sociaal- maatschappelijke dimensie

Slide 32 - Quiz

In deze burgerschapsdimensie ben ik het MINSTE thuis
A
Vitaal burgerschap
B
Politiek-Juridische dimensie
C
Economische dimensie
D
Sociaal- maatschappelijke dimensie

Slide 33 - Quiz

Evaluatie met snoephartjes
Rood: Wat heb je vandaag geleerd dat je nog niet wist?
Geel: Wat vond je het leukst aan deze les?
Oranje: Wie geef je een compliment? 
Roze: Waar wil je meer over leren?
Wit: Hoe vond je je eigen inzet?
Blauw:  Beschrijf de ideale docent voor jou
Groen: Kies een eigen vraag

Slide 34 - Slide