H2.2

Paragraaf 2.2

Waar heb je recht op?
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Paragraaf 2.2

Waar heb je recht op?

Slide 1 - Slide

Lesprogramma
  • Herhaling paragraaf 1
  • Uitleg paragraaf 2
  • Aan de slag!
  • Afronding 

Slide 2 - Slide

Globale planning

Slide 3 - Slide

Herhaling paragraaf 1
  • De boeken in de tas of dicht op tafel
  • Rekenmachine, kladpapier en pen op tafel
  • Telefoon erbij pakken

Slide 4 - Slide

Consumentenorganisaties ....
A
zorgen ervoor dat je de hoogste kortingen krijgt
B
zijn bedrijven waar consumenten kunnen werken
C
komen op voor de rechten en plichten van de consument
D
als je product stukgaat kun je bij hun terecht

Slide 5 - Quiz

Een vergelijkend warenonderzoek is een onderzoek naar...
A
verschillende producten
B
dezelfde soort producten

Slide 6 - Quiz

Een zak pepernoten van 500g kost in de winkel €2,00. Wat is de prijs van de standaardhoeveelheid (100g)?
A
€ 4,00
B
€ 0,40
C
€ 0,004
D
€ 0,04

Slide 7 - Quiz

Berekening

Slide 8 - Slide

Consumer power is de invloed van de producenten op de productie van goederen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quiz

Een broodje gezond kost bij de HEMA €4,50 en bij Bakker Bart €5,-.
Hoeveel procent is Bakker Bart duurder dan de HEMA?
A
10%
B
11,1%
C
12,1%
D
10,1%

Slide 10 - Quiz

Berekening
Prijsverschil in procenten = prijsverschil : prijs waarmee je vergelijkt x 100%
Prijsverschil: € 0,50
Prijs waarmee je vergelijkt: DAN Hema dus € 4,50
Prijsverschil in procenten = € 0,50 : € 4,50 x 100% = 11,1%

Slide 11 - Slide

Paragraaf 2.2
Na deze presentatie weet je:
  • waarom je als consument bepaalde rechten hebt
  • welke wetten je beschermen tegen onveilige producten
  • welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen
  • waar je als consument je recht kunt halen

Slide 12 - Slide

Consumentenrecht
Het consumentenrecht bestaat uit
wetten en regels die de consument beschermen bij aankopen.

Je hebt altijd recht op een deugdelijk product.
Houd daarbij rekening met
  • soort product
  • prijs
  • wat belooft fabrikant / winkelier?


Deugdelijk product
De koper heeft recht op een deugdelijk product. Dit is een product dat bij normaal gebruik naar behoren functioneert.
Als het product niet deugt, dan moet de verkoper het (laten) repareren, vervangen of moet hij het geld teruggeven.

Slide 13 - Slide

Onveilige producten
Producten kunnen gevaarlijk zijn voor je gezondheid.

Consumenten worden daartegen beschermd door:
  • de Warenwet:
verbiedt verkoop onveilige producten
  • de Wet productaansprakelijkheid:
fabrikant aansprakelijk voor gevolgschade







Slide 14 - Slide

Bedenktijd
Hoofdregel: gekocht is gekocht!
In de volgende gevallen minimaal 14 dagen bedenktijd volgens:
  • de Wet koop op afstand:
       voor aankopen via internet, telefoon, 
       bestelbon.
  • de Colportagewet:
       voor aankopen aan de deur,    
       verkoopdemonstraties. 
       Alleen voor aankopen  van meer dan € 50.








Slide 15 - Slide

Waar haal jij je recht?
Instanties die toezien op naleving consumentenrecht:
  • NVWA (Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit)
  • ACM (Autoriteit Consument en Markt)
  • de Geschillencommissie (doet bindende uitspraak)






Slide 16 - Slide

Aan de slag!
Wat: maken 2-2 
Hoe: Individueel en elkaar helpen!!
Tijd: 25 minuten
Resultaat: Je weet nu:
  • waarom je als consument bepaalde rechten hebt
  • welke wetten je beschermen tegen onveilige producten
  • welke wetten je een bedenktijd geven bij bepaalde aankopen
  • waar je als consument je recht kunt halen
Klaar: Kijk alles na en geef voor jezelf antwoorden op het resultaat. Lukt dit? Maak een sv of: Bekijk de presentatie van 2-3 start aan 2-3

Slide 17 - Slide

Huiswerk
  • Afmaken H2-2
  • Bekijk de presentatie van H2-3
  • Zorg dat je antwoorden kunt geven op de doelen en noteer eventuele vragen.

Slide 18 - Slide