Het bewegingsapparaat

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

                            Het bewegingsapparaat

Bewegingsapparaat

Om iemand te kunnen ondersteunen bij het bewegen is het belangrijk dat je weet hoe het bewegingsapparaat werkt.

• Botten
  
• Gewrichten
  
• Spieren

Zorgen er
samen voor dat je kan bewegen.

Botten

Je botten (206) vormen samen
het skelet of geraamte

Wat zijn de functies van
het skelet?

Functies van het skelet

• Geeft stevigheid
• Beschermt kwetsbare organen
• Aanhechtingsplaats voor de spieren
• Er worden bloedplaatjes en bloedcellen gevormd
• Kalk voorraad

Botten

Weefsel

Het skelet  bestaat uit been of botweefsel

Been of botweefsel = erg hard, stevig sterk en niet buigzaam.

Het lichaam bevat ook Kraakbeenweefsel
= kan worden vervormd en worden samengedrukt.

Gewrichten

Spelen een belangrijke rol bij het bewegen

Een gewricht moet kunnen draaien, buigen en gewicht dragen.

Kogelgewricht

Rolgewricht

Scharniergewricht

Zadelgewricht

Gewrichten

De bouw van een gewicht

Kop en kom

Bedekt met kraakbeen

Gewrichtsholte met gewrichtsmeer

Stroperige vloeistof om het kraakbeen soepel te houden

Gewrichtskapsel= een vlies

Bedekt en beschermd

Gewrichtsbanden

Versterking

Waar bestaat het bewegingsapparaat uit?

1. botten, gewrichten en spieren
2. botten, gewrichten en bloedvaten
3. botten, gewrichten en zenuwen
4. botten, gewrichten, spieren, bloedvaten en zenuwen

Uit hoeveel botten is het skelet opgebouwd?

1. 200
2. 157
3. 210
4. 206

Waar in het lichaam zit een kogelgewricht?

Aan de buitenzijde van de gewrichten zitten de gewrichtsbanden. Wat is hun functie?

Opdrachten

Maak de stencil opdracht --> het skelet

Lees hoofdstuk 24.2 t/m gewrichten (blz. 279 t/m 281)

en maak opdracht 1 t/m 4 uit het werkboek (blz 366)

Pauzeren

10 minuutjes pauzeren

Nabespreken