§ 4.3 serie & parallel

4.3 schakelingen 
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

Items in this lesson

4.3 schakelingen 

Slide 1 - Slide

Leerdoelen 
  • Je kent de symbolen die je gebruikt om een schakelschema te maken 
  • Je kunt het verschil tussen een parallel- en een serieschakeling uitleggen 
  • Je kunt het schakelschema tekenen van een eenvoudige serie- of parallelschakeling of gemengde schakeling. 
  • Je kunt uitleggen waarom elektrische apparaten bijna altijd parallel geschakeld zijn. 
  • Je kunt uitleggen wat er gebeurt als een parallelschakeling zich vertakt. 

Slide 2 - Slide

Figuur 1 symbolen voor schakelschema's



Slide 3 - Slide

Schakelingen
Als je deze symbolen gebruikt, kun je een schakelschema tekenen. 

Hierin geef je schematisch aan hoe een schakeling er uit ziet. 

Slide 4 - Slide

Regels schakeling tekenen 
Werk altijd met potlood en liniaal
Teken de symbolen juist
Draden tekenen we alleen horizontaal of verticaal
Het schakelschema moet zo overzichtelijk mogelijk zijn


Afstanden in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke afstanden
Posities in het schakelschema zeggen niets over de werkelijke posities

Slide 5 - Slide

Serie- of parallelschakeling 

Slide 6 - Slide

Serieschakeling
Alles staat met elkaar verbonden.
Gaat de batterij uit => alle lampjes uit
Stroomsterkte is overal gelijk!
Spanning verdeeld zich over twee lampjes!

Slide 7 - Slide

Je ziet; stroomsterkte is overal gelijk
Spanning verdeeld zich gelijk over de lampjes

Slide 8 - Slide

Parallelschakeling
Er zijn vertakkingen. Op de plaats waar een schakeling zich vertakt, splitst de stroom zich. 
Elke lamp/apparaat kan je apart aan- en uitzetten.
Stroomsterkte verdeeld zich over de lampjes.
De spanning is overal gelijk.

Slide 9 - Slide

Parallelschakeling
Er komt 12V uit de batterij en die komt bij elke lamp aan = spanning is gelijk!
De stroomsterkte verdeeld zich!

Slide 10 - Slide

Hoe zijn de stopcontacten geschakeld?

Slide 11 - Slide

Batterijen serie geschakeld 
De totale spanning is de spanning van elke batterij bij elkaar opgeteld.

Dus Utotaal = U1 + U2 + U3....
Utotaal =1,5+1,5 +1,5 = 4,5 V

Slide 12 - Slide

Batterijen parallel geschakeld
De totale spanning is gelijk aan de spanning van één batterij.

Dus Utotaal = U1=U2=U3....

Utotaal = 1,5 V

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Maken en leren § 4.3 
opdracht 1 tm 11 

Zorg dat je de symbolen (blz 161) uit je hoofd kent. En dat je de schakelschema's nauwkeurig (potlood, geodriehoek) kunt tekenen. 

Slide 14 - Slide