1GT - Lezen - herhaling H1 t/m 4

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 1

1GT - lezen - herhaling H1t/m4

Herhaling H1/2

oriënterend lezen - onderwerp 

globaal lezen - alinea - deelonderwerp - tussenkopje

Wat is het onderwerp van een tekst?

Waar de tekst over gaat in één of een paar woorden.

Waar hoef je NIET naar te kijken als je het onderwerp van een tekst wil weten?

1. titel en tussenkopjes
2. de naam van de schrijver
3. eerste alinea
4. opvallend gedrukte woorden

In het middenstuk worden de deelonderwerpen behandeld.
Wat zijn dat?

1. tussenkopjes
2. hoofdzaken
3. verschillende kanten van het hoofdonderwerp
4. korte samenvattinkjes van de tekst

Iedere alinea gaat over een ander deelonderwerp.

1. vaak
2. soms
3. altijd
4. nooit

orienterend lezen

globaal lezen

titel

deelonderwerp

tussenkopjes

inleiding

1e + laatste zin alinea

afbeelding

belangrijkste info

Herhaling H3/4

o

Waar gaan
hoofdstuk 3 en 4 over?

1. onderwerp en deelonderwerpen
2. zoekend lezen en inleiding - middenstuk - slot
3. titel en tussenkopjes
4. kerst en oud & nieuw

Bij zoekend lezen . . .

1. lees je de eerste en laatste zin van elke alinea.
2. zoek je alleen het stuk tekst dat je nodig hebt.
3. bekijk je de tekst en lees je de eerste alinea.
4. lees je de hele tekst goed door.

Welke woorden vallen op
in deze tekst?

- titel: Cinekid Festival

- plaats en datum

- website

inleiding

middenstuk

slot

deelonderwerpen

anekdote

samenvatting

tussenkopjes

advies

aanleiding

wens

vraag stellen

meerdere alinea's

Wat is NIET JUIST
over de inleiding?

1. 1e en soms 2e alinea
2. samenvatting - aanleiding - anekdote - vraag - deskundige voorstellen
3. Hieraan zie je wat het onderwerp is van de tekst
4. Dit is de afsluiting van de tekst.

Wat is de AANLEIDING
van een tekst?

1. Het doel van de schrijver.
2. De eerste alinea van de tekst.
3. Hoe de schrijver op het idee is gekomen om de tekst te schrijven.
4. Voor wie de schrijver de tekst geschreven heeft.

Noem 3 dingen die een schrijver kan doen in het slot.

- samenvatting geven

- conclusie trekken

- de lezer waarschuwen

- de lezer adviseren

- een wens uitspreken

- een toekomstverwachting geven

- enz.

Ik begrijp de leerstof
van lezen H1 t/m 4

1. Jazeker!
2. Ja, maar ik vind het nog wel lastig
3. Nee, ik begrijp het niet
4. Ik wil nog een vraag stellen