TH1 GL6: oefenen werkwoordentoets (1)

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Oefenen werkwoordentoets

In deze LessonUp gaan jullie oefenen met de werkwoorden uit jullie stencil.

- aller
- avoir
- faire
- être
- werkwoorden op -er: nager, regarder, retrouver, visiter & jouer

gaan

hebben

spelen

zijn

terugvinden

zwemmen

bezoeken

spelen

maken, doen

aller

avoir

jouer

être

retrouver

nager

visiter

jouer

faire

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

Nous faisons

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

elles nagent

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

on est

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)
je regarde 

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

il va

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

tu visites

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

vous retrouvez

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

ils ont

Traduis en néerlandais (geef, indien mogelijk, meer vertalingen!)

elle joue

Traduis en français.

ik maak, ik doe

Traduis en français

u zwemt, jullie zwemmen

Traduis en français.
wij zijn 

Traduis en français

zij kijken (vrouwelijk meervoud)

Traduis en français

zij gaan (mannelijk meervoud)

Traduis en français
hij vindt terug

Traduis en français.

zij heeft

Traduis en français
men hebben gezwommen

Traduis en français:

wij hebben gekeken

Traduis en français:

zij hebben bezocht (mannelijk meervoud)

Traduis en français:

ik heb teruggevonden