nakijken

• Engels
• Middelbare school
• vmbo lwoo
• Leerjaar 1

nakijken

present simple

pak je oefenblad voor je

Antwoorden - Vul de juiste vorm van het werkwoord in (Present Simple: to be en to have)

1. I am 12 years old.

2. She is my best friend.

3. They have two cats.

4. We are in the same class.

5. You have a new bike.

6. He is a very good student.

7. The dog has a big bone.

8. My parents have a big car.

9. We are very excited about the trip.

10. It is a beautiful day.

Antwoorden - Vul de juiste vorm van het werkwoord in en maak negatieve zinnen:

1. I am not tired today.

2. She does not have a pencil.

3. We are not ready for the test.

4. He does not have a brother.

5. They are not at school right now.

6. You do not have enough time.

7. The house is not big.

8. It does not have any windows.

9. My friends are not in the park.

10. He does not have a new computer.

Antwoorden - Maak vraagzinnen (Present Simple: to be en to have):

1. Are you happy?

2. Does he have a sister?

3. Are we late for class?

4. Do they have a dog?

5. Is she your teacher?

6. Does it have four legs?

7. Do you have any brothers or sisters?

8. Is he your friend?

9. Are they in the same school?

10. Does she have a red bike?

Antwoorden - Vul de juiste vorm van het werkwoord in (Simple Present):

1. I always play football after school.

2. She likes pizza a lot.

3. We go to the beach every summer.

4. He studies hard for his exams.

5. The cat sleeps on the sofa.

6. They visit their grandparents on Sundays.

7. My brother reads a book every night.

8. It rains a lot in the Netherlands.

9. You need a new pair of shoes.

10. She watches TV in the evenings.

klaar zitten

- doe al je spullen in je tas

- tas op de grond

- ga op je stoel zitten

- kijk me aan

- geen gepraat

Tijdens het uitdelen van de toets:

- blijf je recht op je stoel zitten

- je pakt geen spullen

- je gaat niet praten

Tijdens het bespreken van de toets:

- blijf je recht op je stoel zitten

- je pakt geen spullen (bij. uit je tas)

je gaat niet praten

Tijdens het weer inleveren van de toets:

- Je loopt naar voren en legt de toets op het bureau van de juf,

- daarna ga je weer naar je plek en ga je zitten

- je praat niet

Heb je vragen?

- Steek je vinger op en wacht tot je een beurt krijgt.