V1C_1_Wonder:: fictie en non-fictie, realistisch en niet realistisch-nw

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Nederlands

Fictie: wonder

Les 1: fictie en non-fictie

VWO 1
:

Vandaag in de les

Gaan we lezen in Wonder

Weet je welke leerdoelen er zijn voor wonder.

Weet je  wat fictie of non fictie is .

Weet je wat realistisch en niet realistisch is.

Totstandkoming boek

• Raquel Palacio, de auteur van Wonder, haalde de inspiratie voor Wonder uit een incident dat ze zelf meemaakte. 
  
• Ze ging ooit met haar kinderen naar een ijssalon, waar haar zoontje een meisje met een ernstige gezichtsafwijking opmerkte. De jongen schrok van zijn aanblik en begon van angst te huilen. Palacio liep direct de ijssalon weer uit. Het voorval maakte diepe indruk op haar en zette haar ertoe aan een boek te schrijven. 
  
• (Bron: IMDb)
  

0

Jouw oordeel (tot nu toe)

In de vorige lessen heb je gelezen in Wonder.

Je weet hoeveel bladzijdes je nog moet lezen en hoeveel bladzijdes je ongeveer in 1 uur leest.

Je hebt vast al wel een mening over het boek (tot nu toe).

Daar gaan we nu een aantal vragen over beantwoorden. 

2. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over Wonder?
Leg je antwoord uit.

'Pijnlijk en prachtig tegelijk.'

1. Ben jij het eens of oneens met deze uitspraak over het boek? Leg je antwoord uit.

'Dit moet je gelezen hebben.'

Fictie en non-fictie

Fictie

Verzonnen verhalen over gebeurtenissen en mensen, die bedacht zijn door de schrijver (leesboek, stripverhaal, film, gedicht).

Non-fictie

Verhalen over de werkelijkheid, met feiten over (echte) mensen en (echte) gebeurtenissen. De schrijver heeft het niet bedacht/verzonnen. Het is echt gebeurd (krantenbericht, journaal) of geeft informatie (schoolboek).

Realistisch en niet-realistisch

Realistisch

Een schrijver verzint mensen en gebeurtenissen die erg lijken op de werkelijkheid, die echt zouden kunnen gebeuren

Niet-realistisch

Een schrijver verzint een verhaal met mensen en gebeurtenissen, die in werkelijkheid niet kunnen gebeuren. 

0

1. fictie
2. non-fictie

Is dit boek fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

1. fictie
2. non-fictie

1. fictie
2. non-fictie

1. fictie
2. non-fictie

Een stripboek over Donald Duck

1. Fictie
2. Non-fictie

Is dit fictie of non-fictie?

1. fictie
2. non-fictie

Lesboek van Nederlands

1. fictie
2. non-fictie

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

Het weerbericht voor het komende weekend.

1. Fictie
2. Non- Fictie

Geef aan of het fictie of non-fictie is.


Een aflevering van SpangaS.

1. Fictie
2. Non- Fictie

Geef aan of het fictie of non-fictie is.

De gebruiksaanwijzing voor een spelcomputer.

1. Fictie
2. Non- Fictie

Wat ging goed?

Ik weet hoe het boek Wonder tot stand is gekomen.

Ja

Nee

Een beetje

Ik weet het verschil tussen fictie en non-fictie.

Ja

Nee

Een beetje

Ik weet wat het verschil tussen realistisch en niet-realistisch

Ja

Nee

Een beetje

Huiswerk

Als je bij deze slide hebt aangekomen 

heb je je huiswerk gedaan.