Vanaf 776 v. Chr. hielden de Grieken elke vier jaar Olympische Spelen ter ere van oppergod Zeus en alle andere goden die op de berg Olympus woonden. Voor deze spelen bouwden ze zelfs een apart dorp, Olympia. Het ging bij de Spelen om de sport, maar het was ook een godsdienstig feest. Daarom waren er veel tempels in Olympia. Meedoen en strijden voor de eer van je stadstaat, was heel eervol. De Grieken vonden deze spelen zelfs zo belangrijk, dat ze hun oorlogen tijdelijk staakten.
Alleen mannen mochten meedoen. Helemaal zonder gevaar waren de spelen niet, want er vielen regelmatig slachtoffers. Er was één troost voor de omgekomen sporter: hij kreeg toch een krans.