Klas 2 Chapitre 1 Bron H bezittelijk voornaamwoord

Klas 1 Unité 2
bezittelijk voornaamwoord
1 / 30
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 65 min

Items in this lesson

Klas 1 Unité 2
bezittelijk voornaamwoord

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Les objectifs
Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken. 



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Het bezittelijk voornaamwoord
mijn:              mon livre               ma famille             mes enfants
jouw:             ton sac à dos        ta table                   tes devoirs
zijn:               son oncle                sa tante                  ses cousins
haar:             son père                  sa mère                  ses parents
ons/onze:   notre collège         notre classe         nos notes
jullie/uw:     votre chien             votre piscine        vos portables
hun:               leur ordinateur     leur maison          leurs vêtements

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Résumé

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Attention!
* mijn vriendin -> ma amie v (klinkerbotsing) -> mon amie

* jouw school -> ta école (klinkerbotsing) -> ton école 

* zijn / haar verhaal -> sa histoire v (stomme 'h') -> son histoire 

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) père
A
sa
B
ta
C
son
D
ton

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (uw) tante
A
nos
B
votre
C
notre
D
ta

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (onze) mère
A
nos
B
notre
C
votre
D
vos

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (hun) oncles
A
leur
B
leurs
C
nos
D
vos

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

tante
tantes
père
oncle
mère
soeurs
frères
porte
adresse
mon
ma
mes

Slide 15 - Drag question

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord. Let op enkelvoud of meervoud!

_________ (jouw) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 17 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeurs
A
sa
B
ton
C
son
D
ses

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) frères
A
sa
B
ton
C
ses
D
son

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
leur
B
tes
C
son
D
ses

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
leur
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) amie v
A
ma
B
mon
C
ta
D
ton

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) école v
A
sa
B
son
C
mon
D
ma

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) armoire v

A
son
B
sa
C
ses
D
leur

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) nouvelle armoire v
A
son
B
ses
C
leur
D
sa

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Vertaal in het Frans :

Haar boeken

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Vertaal in het Frans

hun school

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Vertaal in het Frans :

Onze vrienden (m)

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Vertaal in het Frans :

Mijn vriendin

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

ik kan het bezittelijk
voornaamwoord
gebruiken
A
🥰
B
🙂
C
🤔

Slide 30 - Quiz

grammaire 'het bezittelijk voornaamwoord' | bron H page 126