Taal thema 4 groep 4 herhaling

Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen van thema 4! 
Succes!
1 / 15
next
Slide 1: Slide
TaalBasisschoolGroep 4

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Taal
We gaan oefenen met de onderwerpen van thema 4! 
Succes!

Slide 1 - Slide

Klankgroepen
Je kunt een woord verdelen in klankgroepen.
In een klankgroep staat altijd een klinker. 

vis heeft één klankgroep: vis
meester heeft twee klankgroepen: mees + ter

Slide 2 - Slide

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: beker?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 3 - Quiz

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: appel?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 4 - Quiz

Hoeveel klankgroepen heeft het woord: aap?
A
één
B
twee
C
drie
D
vier

Slide 5 - Quiz

Welk woord heeft drie klankgroepen?
A
spiegeltje
B
hand
C
boekje
D
planten

Slide 6 - Quiz

Welk woord heeft twee klankgroepen?
A
pen
B
kattenmand
C
bleekselderij
D
sticker

Slide 7 - Quiz

Geef een voorbeeld van een woord met één klankgroep

Slide 8 - Open question

Geef een voorbeeld van een woord met twee klankgroepen

Slide 9 - Open question

Zin maken
Je kunt een woord verdelen in klankgroepen.
In een klankgroep staat altijd een klinker. 

vis heeft één klankgroep: vis
meester heeft twee klankgroepen: mees + ter

Slide 10 - Slide

Welke zin is goed geschreven?
A
Ik Eet Een Appel.
B
Ik eet een Appel
C
Ik eet een appel.
D
ik eet een appel

Slide 11 - Quiz

Welke zin is goed geschreven?
A
De kinderen zijn lief.
B
De kinderen Zijn Lief
C
de kinderen zijn lief
D
De kinderen. zijn lief.

Slide 12 - Quiz

Maak een goede zin met deze woorden:
meisje - willen - snoep
(Let op de hoofdletter en punt!)

Slide 13 - Open question

Wat betekent dit pictogram?
A
Hier niet je handen wassen
B
Hier in je handen klappen
C
Hier je hand wit verven
D
Hier je handen wassen

Slide 14 - Quiz

Wat betekent dit pictogram?
A
Hier niet eten
B
Hier niet bestek meenemen
C
Hier eten
D
Hier alleen met lepel eten

Slide 15 - Quiz