Toetsen

Toetsen
1 / 10
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Toetsen

Slide 1 - Slide

Wat is toetsen?

Slide 2 - Open question

Welke twee soorten toetsing zijn er?

Slide 3 - Open question

Welke varianten van toetsen zijn er?
Papieren toets( leestoets, open boek toets).
Spreektoets.
Kijk- en luistertoets.
Digitale toets.
Beroeps product.
Creatieve opdracht.
Speciaal: Diagnostische toets.


Slide 4 - Slide

                    Formatief
Goed voor: vastleggen waar de leerling is om de leerling dan verder te kunnen sturen (denk aan formatief handelen).



Deze is dus niet definitief.

                     Summatief
Goed voor: vastleggen waar de leerling uiteindelijk is.





Deze is dus wel definitief.

Slide 5 - Slide

Waar moet je op letten?
  • Dat de toets stof aansluit bij geleerde theorie.
  • Niet te uitdagend en niet te makkelijk, zone van naaste ontwikkeling.
  • Afwisseling in vragen qua onderwerpen
  • Afwisseling in niveau van vragen (hogere- en lagere-orde vragen)
  • Relevante onderwerpen.

Slide 6 - Slide

Waar is het minder geschikt voor?
  • Dingen waar de leerlingen geen invloed over hebben.
  • Meningen.
  • Bepaalde vaardigheden (creativiteit, leiderschap, samenwerking).
  • Metacognitieve vaardigheden.

Slide 7 - Slide

Hoe kan je leerlingen optimaal betrekken?
  • Door de toets na te bespreken/inzien.
  • Vragenuurtje / Toets matrijs.
  • Oefentoets laten maken.
  • Ze de toets laten maken.

Slide 8 - Slide

Hoe waarborg je de 5 gouden regels van formatief handelen?
  1. Vermijd nakijken: NVT
  2. Geen administratie: NVT
  3. Zet alle leerlingen aan het denken: Door ze uitdagende vragen stellen.
  4. Gebruik kleine werkvormen: Kleine gevarieerde vragen op de toets.
  5. Volg de 'toetsing' op door vervolgstap: Door diagnostisch toetsen weet je wat je verder moet uitleggen aan de leerlingen.

Slide 9 - Slide

Wat hebben jullie geleerd vandaag?

Slide 10 - Open question