π¬π§ In
π³π± "In"
My book is in my bag.
I am in my room.
ππ» Afgesloten ruimtes
I live in the Kardinaal de Jongweg.
ππ» Wegen
We live in the Netherlands.
ππ» Landen/grote gebieden
π¬π§ On
π³π± "Op"
My book is on the table.
ππ» Oppervlaktes
I am on the bus to Leeuwarden.
ππ» Openbaar vervoer
π¬π§ At
π³π± "Op"
We are at school.
ππ» Gebouwen
I live at the Kardinaal de Jongweg 20.
ππ» Huisnummers