14. 25 okt: leesboek + digitaal lezen (2b)

Op tafel: 
- map
- pen
- laptop (NUMO)
- Oefenboek
Welkom vwo 2!
timer
2:30
1 / 27
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 70 min

Items in this lesson

Op tafel: 
- map
- pen
- laptop (NUMO)
- Oefenboek
Welkom vwo 2!
timer
2:30

Slide 1 - Slide

Numo inloggen
Naam: leerlingnummer
Wachtwoord: j+leerlingnummer 

Aan de slag met NUMO
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Klap je laptop dicht
Houd 'm op tafel, want we gebruiken 'm later weer. 

Slide 3 - Slide

Vandaag vrijdag 25 oktober:
  • Numo: al gedaan
  • Huiswerk nakijken
  • Oefenen
  • Leesboek Honderd uur nacht
  • Aan de slag

Slide 4 - Slide

Antwoorden bespreken
2 a en b bespreken
  •  c. Een leesdoel staat los van het medium. Papier of digitaal bepaalt niet het doel, maar de lezer.
  •  d.  Dat zou niet zo moeten zijn, maar in praktijk is dat vaak wel zo. Mensen kunnen zich bij teksten op papier vaak beter concentreren. Als ze op een telefoon, tablet of pc lezen, worden ze sneller afgeleid door andere mogelijkheden (zoals binnenkomende appjes).

3 bespreken

Slide 5 - Slide

Kijk je eigen antwoorden na: 
  • 4 a. Hyperlinks zijn woorden of websites waar je op kunt klikken.
  • b Hyperlinks verwijzen vaak naar: extra uitleg bij de tekst (bijvoorbeeld een toelichting bij een moeilijk woord), video’s met achtergrondinformatie, bronteksten.
  •  c Door op iedere hyperlink aan te klikken, kom je steeds in andere teksten of op andere pagina’s terecht. Je verdwaalt dan in een woud aan informatie en verliest al snel je doel uit het oog. 

Slide 6 - Slide

Kijk je eigen antwoord na:
  • 6 Als je gewoon voor plezier wat aan het scrollen bent en niet een bepaald doel hebt, dan is je leesroute minder belangrijk. Je kunt je dan zonder probleem mee laten voeren door wat je interesse wekt.

Slide 7 - Slide

Opdracht 8, 9 en 10
Anton de Kom 


Slide 8 - Slide

Antwoorden bespreken:
  • 8 a Anton de Kom was een Surinaamse schrijver, nationalist en verzetsstrijder.
  • b Op de link Wikipedia.
  • c Bijvoorbeeld: Op de links Suriname of Duitsland.

Slide 9 - Slide

Antwoorden nakijken - opdr 9
  • a De links De Koms geschriften en Publicaties.
  • b Wij slaven van Suriname, omdat dit een aanklacht tegen racisme is en een belangrijke politieke rol heeft vervuld in de nationale bewustwording van Suriname.
  •  c Hij was tijdens de Tweede Wereldoorlog actief in het verzet en belandde daardoor in een Duits concentratiekamp. Daar is hij gestorven.
  •  d De Canon van Nederland is een overzicht van de belangrijkste voorvallen en onderwerpen uit de Nederlandse geschiedenis.
  •  e Ik vond het antwoord door bij Inhoud op het onderdeel Canon van Nederland te klikken.

Slide 10 - Slide

Antwoorden nakijken - opdr 10
  • a Bijvoorbeeld: Bij het menu Gebeurtenissen krijg je een lijstje met belangrijke data over het
  • onderwerp (in dit geval Anton de Kom). Bij het menu Websites krijg je een lijstje met belangrijke websites met nadere informatie.
  • b Geboortehuis van Anton de Kom, Nel en Anton de Kom met hun kinderen, Papa de Kom.
  • c Toen Anton de Kom werd gearresteerd en gevangengezet leidde dat tot rellen bij de gevangenis. Er vielen twee doden en 22 gewonden. Dit voorval leidde tot De Koms verbanning uit Suriname.
  •  d Ik vond het antwoord door in de beeldbalk te zoeken naar een noemer die hierbij het meest paste: Verslag over Anton de Kom in Surinaamse krant. Zo’n verbanning is immers nieuwswaardig. Mijn leesmanier was zoekend.

Slide 11 - Slide

Leesmanieren
Welke manier van lezen is wanneer zinvol?
>>>
Open je laptop en log in op LessonUp

Slide 12 - Slide

Hoe lees jij een Valentijnskaart?
A
Ik kijk alleen even of mijn naam goed geschreven is
B
Ik lees hem van a tot z en daarna nog een keer
C
Ik lees hem 3 keer en ga dan op zoek naar de diepere betekenis
D
Ik lees hem half, de precieze woorden interesseren mij niet

Slide 13 - Quiz

Met welke leesmanier lees je een Valentijnskaart?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 14 - Quiz

Welke leesmanieren pas je toe als je precies wilt weten waar een tekst over gaat?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 15 - Quiz

Welke leesmanieren pas je toe als je zoekt naar het antwoord van een vraag die ergens in de tekst staat?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Zoekend lezen
D
Kritisch lezen

Slide 16 - Quiz

Welke leesmanier gebruik je als je een boek leest?
A
Verkennend lezen
B
Intensief lezen
C
Kritisch lezen
D
Zoekend lezen

Slide 17 - Quiz

Waarom is het belangrijk om de leesmanieren te kennen?
timer
1:30

Slide 18 - Open question

Wanneer lees je een tekst intensief?
Geef twee voorbeelden.
timer
1:30

Slide 19 - Open question

        Leesdoelen en leesmanieren
Doel
Aanpak
Leesmanieren
Ongeveer weten waarover de tekst gaat
Bekijk inleiding, tussenkopjes, afbeeldingen, slot (evt. begin en eindzinnen van alinea's)
Verkennend lezen
De tekst helemaal begrijpen
Lees de tekst van begin tot eind
Intensief lezen
Belangrijke informatie onthouden
Ga actief met de stof aan de slag: bedenk vragen/maak een samenvatting
Studerend lezen
Informatie over een bepaald onderwerp/antwoord op een vraag vinden
Bedenk goede trefwoorden en scan de tekst
Zoekend lezen
Inschatten of informatie klopt
Vraag je af of de auteur gelijk heeft en of het klopt wat hij zegt
Kritisch lezen
Schrijf de onderstreepte begrippen bij de juiste leesmanieren

Slide 20 - Slide

Op woensdag 13 november schrijf je de boekopdracht in de klas op papier. 
Voorbereiding: 
  • Lees het boek
  • Bekijk hoofdstuk 1 E nog eens
  • Beantwoord de volgende vragen serieus: >>>
 

Slide 21 - Slide


In deze periode lees je voor Nederlands het boek Honderd uur nacht. Beschrijf de hoofdpersoon.

Slide 22 - Open question


Honderd uur nacht speelt zich af in New York. Hoe (over)leven Emilia en haar vrienden? 

Slide 23 - Open question


Kun je je inleven (identificeren) met Emilia? Leg uit waarom wel of waarom niet.

Slide 24 - Open question

Sluit je laptop en stop 'm in je tas. 

Nodig: 
Oefenboek, map, pen

Slide 25 - Slide

Samen lezen 





Slide 26 - Slide

Oefenboek pagina 30-31

Maak opdracht 11 t/m 14. 
Schrijf de antwoorden in je schrift. 

Slide 27 - Slide