verwijswoorden

verwijswoorden
1 / 38
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 38 slides, with text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

verwijswoorden

Slide 1 - Slide

Vandaag Hst 19 

Hoofdstuk 19 verwijswoorden 
Pak je Kern-boek erbij 

Hst 17 functiewoorden (alinea)
Hst 18 verbindingswoorden (tussen zinnen)



Slide 2 - Slide

Leerdoel 
Leesvaardigheid vergroten:
wat zijn verwijswoorden? 
En welk nut hebben ze eigenlijk? 
Je leert verwijswoorden te herkennen en bijzonderheden ontdekken en uitleggen


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Aan de slag 
Maak vraag 1, 2, 3
Hst 19 blz. 
timer
15:00

Slide 11 - Slide

Nakijken 1, 2, 3

Slide 12 - Slide

Antwoorden 1
1 a mijn – de schrijver/spreker
die – lievelingsneef
b dat – broertje
c zijn – Nils
d elkaar – Joost en Janneke
e waarvan – een niveau

Slide 13 - Slide

Antwoorden 2
2 a ze – voornaamwoord, verwijst naar Mathilde
b de lerares – zelfstandig naamwoord, verwijst naar Jannie Jansen
c daar – bijwoord, verwijst naar Amsterdam
d zijn – voornaamwoord, verwijst naar Karel
e dat – voornaamwoord, verwijst naar Pacman

Slide 14 - Slide

Antwoorden 3
 a De schrijver bedoelt dat je de medicijnen in het keukenkastje moet bewaren, maar ‘ze’ kan ook verwijzen naar ‘kinderen’.

b De schrijver bedoelt dat de foto’s sinds WOII verbogen zaten in het archief van de Amsterdamse politie, maar ‘die’ kan ook verwijzen naar ‘onbekende mannen’. 

Slide 15 - Slide

Antwoorden 3
c De schrijver bedoelt dat de boer niet wil dat de kippen worden opgepakt. Met ‘dat’ wil de schrijver dus verwijzen naar het oppakken van de kippen. Maar ‘dat’ kan ook alleen naar ‘oppakken’ verwijzen. In die betekenis wil de boer zelf niet opgepakt worden.

d Je kunt deze zin opvatten als dat Willem Alexander in één week vier troonredes heeft gehouden. Wat de schrijver echter bedoeld zal hebben, is dat Willem-Alexander deze week zijn vierde troonrede ooit heeft gehouden.

Slide 16 - Slide

Antwoorden 3
e In deze zin kan ‘die’ verwijzen naar ‘een ingelijste foto van een glimlachende vrouw’, maar ook naar 'een glimlachende vrouw’. In het eerste geval is het de foto die op tafel ligt, in het tweede geval ligt er echt een glimlachende vrouw op tafel. 

Slide 17 - Slide

Ga verder met

vraag 6 + 7 + 8 

van hst 19 





timer
15:00

Slide 18 - Slide

Vraag 8 
Geef degene die naast jou zit jouw vraag 8. 
Lees de versie van je klasgenoot.

Kijk dan samen naar beide versies en overleg wat je verschillend hebt en waarom. 

Is de optie van je buurman goed/fout/beter of alleen anders? 
timer
3:00

Slide 19 - Slide

Antwoorden 8: een optie 
De beste popgroep allertijden is misschien wel The Beatles. The Beatles heeft maar tien jaar bestaan, maar een decennium was genoeg om geschiedenis te schrijven. De band bestond uit gitaristen John Lennon, Paul McCartney, George Harrison en drummer Richard Starkey. Starkey liet zichzelf Ringo Starr noemen. Zingen konden Lennon, McCartney, Harrison en Ringo Starr alle vier. Op ieder album was het zangtalent van alle bandleden te horen: elke Beatle had minstens één zangnummer, een typische Beatles-traditie.

Slide 20 - Slide

Leesboek

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

we doen samen 
Kern Les 9, blz. 38-39
We bespreken samen vraag 2a 




Slide 31 - Slide

Slide 32 - Slide

Slide 33 - Video

Slide 34 - Slide

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Zelf oefenen
Kern Les 9, blz. 40-41
Maak aantekeningen van de uitleg op blz. 40 en 
maak vraag 5, 6 en 7. 

Hoe? Je mag fluisterend overleggen. 
Vraag? Kijk eerst of je antwoord in de uitleg staat.
Zo niet, steek dan je vinger op.
Klaar? Lezen!



We bespreken de antwoorden straks
timer
10:00

Slide 38 - Slide