This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Items in this lesson
les 1
Slide 1 - Slide
2-toets spelling
timer
50:00
Slide 2 - Slide
Tekstbegrip (lezen)
Slide 3 - Slide
Wat gaan we deze les doen:
Je weet wat hoofd- en bijzaken zijn
Je kunt de hoofd- en bijzaken uit een tekst halen
Slide 4 - Slide
Aantekening maken
Luister naar de uitleg in de volgende video. Maak aantekeningen van zaken die volgens jou belangrijk zijn. Zorg dat je goed weet wat hoofd- en bijzaken zijn.
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Video
Slide 7 - Slide
Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken
Slide 8 - Quiz
Hoofdzaken lees je in de
A
inleiding en de kernzin
B
kernzin
C
inleiding, slot en kernzin
Slide 9 - Quiz
Waar vind je hoofdzaken in de tekst
A
de titel
B
de inleiding
C
inleiding, het slot en in de kernzinnen
D
de slotconclusie
Slide 10 - Quiz
Wat zijn hoofdzaken?
A
de hoofdgedachte en de kernzin samen
B
Wat in een tekst belangrijk is
C
de inleiding
D
de alinea's
Slide 11 - Quiz
Het nieuws van de dag
timer
15:00
Slide 12 - Slide
les 2
Slide 13 - Slide
Lezen in je leesboek
timer
10:00
Slide 14 - Slide
Slide 15 - Video
De hoofdgedachte is...
A
de kernzin
B
de hoofdzaken
C
het belangrijkste van een tekst in één zin.
D
de samenvatting
Slide 16 - Quiz
Kernzinnen zijn niet belangrijk.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 17 - Quiz
Waarom zijn hoofdzaken belangrijk?
- Je samenvatting bevat de hoofdzaken uit de tekst.
- het is minder nuttig om teksten letterlijk over te nemen, dan heb je immers ook de bijzaken die minder belangrijk zijn.
Slide 18 - Slide
Lees de tekst
Opdracht: Lees de tekst.
Slide 19 - Slide
Wat is de kernzin van alinea 1?
Antwoord
Op 5 juli zal Wild in the Streets gehouden worden.
Slide 20 - Slide
Wat is de kernzin van alinea 2?
Antwoord
Schoenenfabrikant Emerica vraagt dit jaar speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam.
Slide 21 - Slide
Waarom vraagt Emerica speciaal aandacht voor Skatepark Amsterdam?
Antwoord
Gemeente Amsterdam wil het enige indoorskatepark in Amsterdam sluiten.
Slide 22 - Slide
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
Antwoord
Hoofdgedachte: Het evenement Wild in the Streets wordt op 5 juli gehouden.
Slide 23 - Slide
Hoe vind je dus de hoofdzaken:
Ga op zoek naar de sleutelwoorden
Zoek uit iedere zin de kernzin op + overige belangrijke zinnen die geen voorbeelden of extra uitleg bevatten
Noteer alle belangrijke zinnen onder elkaar.
Klaar! Dit zijn de hoofdzaken uit de tekst.
Slide 24 - Slide
Individuele opdracht:
1 havo/vwo: maken blz. 192 opdracht 41
1 vwo: maken blz. 203 opdracht 1
Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les
Slide 25 - Slide
3 werkwoordsvormen
persoonsvorm
voltooid deelwoord
infinitief
Slide 26 - Slide
De persoonsvorm (pv)
Te vinden door:
De tijdproef of de getalproef
Voorbeeldzin: De buurman speelt piano.
Tijdproef: De buurman speelde piano.
Getalproef: De buurmannen spelen piano.
Slide 27 - Slide
Het voltooid deelwoord (vdw)
Begint vaak met ge/be/ve
Gaat samen met één van de volgende werkwoorden: hebben/zijn/worden
Staat vaak achterin de zin
Slide 28 - Slide
De infinitief (inf)
Het hele werkwoord (wij-vorm) in de tegenwoordige tijd
Verandert niet bij een tijd of getalproef
Na 'te' volgt altijd de infinitief
Wij wandelen (pv) vandaag naar school.
Wij gaan (pv) vandaag een eind wandelen (inf).
Slide 29 - Slide
Opdracht in tweetallen:
1 hv/vwo:
blz. 18 maken opdracht 17
blz. 18 maken opdracht 8 (alleen 1a, 1b, 1c)
1 vwo:
blz. 19 maken opdracht 2
blz. 20 maken opdracht 3 (alleen 1a, 1b, 1c)
Wat niet af is, is huiswerk voor de volgende les
Slide 30 - Slide
Katja (beantwoordt) de mail altijd binnen 2 uur.
A
pv
B
vdw
C
inf
Slide 31 - Quiz
Ik heb de toets geprobeerd te (maken)
A
pv
B
vdw
C
inf
Slide 32 - Quiz
Als je die vraag (overslaat), krijg je een punt aftrek.