Symbolen

• Verzorging
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 1

Terugblik vorige lessen

Wat textiel is 

De was sorteren

Hoe je de wasmachine moet bedienen

Leerdoelen

1. Je kan 2 plekken benoemen waar de labels van kleding zitten met de wasvoorschriften.

2. Je kan minstens 2 verschillende wassymbolen benoemen.

les 3 

Kleding en textiel

kleding etiketten

test je kennis

Wat is textiel?

1. Geweven stof
2. Een houtsoort
3. Plastic

Wat is stap 1 in het sorteren van de was?

1. vuilgraad
2. sorteren op kleur
3. temperatuur
4. materiaal

Wol, katoen en zijde zijn ____ vezels.

1. energie
2. houtige
3. natuurlijke
4. vruchtbare

Etiketten in textiel

Het samenstellingsetiket: Van welk materiaal het is gemaakt.

Het behandelingsetiket: plaatjes/symbolen die aangeven, hoe de kleding wassen,  drogen en strijken

Behandelingsetiquette

Samenstellingsetiquette

Wassymbolen

Wassymbolen  zijn plaatjes  die aangeven hoe  je  de kleding het beste gewassen kan worden.

De symbolen zijn onderverdeeld in 5 verschillende categorieen.

Wassen 

drogen

bleken 

chemisch reinigen strijken

elk met hun eigen specifieke symbool en variaties op dat symbool.

Wassen en drogen

Vandaag gaan wij het hebben over de wassymbolen 

wassen 

&

drogen

Wassymbolen

Wat zijn wassymbolen

en waarom zijn ze belangrijk?

Introduceer het concept van waslabels en leg uit waarom het belangrijk is om ze te begrijpen bij het wassen van verschillende soorten kledingstukken.

drogen

 

Bekijk eens je eigen kledingstuk, 

kan jij een etiket vinden? 

Bespreek met elkaar wat jou is opgevallen ?

De symbolen staan op het etiket van kleding. 

Opdracht 1

In elk kledingstuk zit een etiket of label

 waarvan het kledingstuk is gemaakt, bijvoorbeeld van katoen of wol en ook wassymbolen. 

Deze symbolen laten zien op welke manier je je kleding mag wassen, strijken en drogen. 

Stap 1: Pak een wit blaadje  en een potlood

Stap 2                  : Kies één van de kledingstukken uit de wasmand.

Stap 3  :Teken de symbolen  van wassen en  strijken en schrijf er bij wat ze betekenen. 

Kijk op de wassymbolenkaart. 

Laat de opdracht controleren door de docent. 

Praktijkopdracht

1. Pak de volgende werkkaart:

2. Vul op de volgende slides de antwoorden in. 

3. Daarna volgt de praktijkopdracht. 

Werkportfolio

Mijn was 1: kaart 1

Afronding 

Leerdoelen behaald?

Wat heb je vandaag geleerd ?