Havo 1 online les 2 Bruggen bouwen deel 1

Bruggen bouwen deel 1
In deze les leer je
- Gereedschappen (gebruik)
- Verschillende soorten bruggen
- Verschillende soorten profielen
- Een eenvoudige brug te bouwen
1 / 32
next
Slide 1: Slide
TechniekVoortgezet speciaal onderwijs

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bruggen bouwen deel 1
In deze les leer je
- Gereedschappen (gebruik)
- Verschillende soorten bruggen
- Verschillende soorten profielen
- Een eenvoudige brug te bouwen

Slide 1 - Slide

timer
5:00

Slide 2 - Slide

1/3 Met welk stuk gereedschap
kun je een spijker
verder het hout in slaan?

Slide 3 - Open question

2/3 Welke gereedschap gebruik
je om te checken of het schilderij
precies horizontaal hangt?
A
rolmeter
B
winkelhaak
C
waterpas
D
liniaal

Slide 4 - Quiz

3/3 Dit voelt goed!
Wat heeft men gebruikt?

Slide 5 - Open question

timer
5:00

Slide 6 - Slide

1/4 Je wilt 2 stukjes koperdraad
aan elkaar bevestigen.
Hiervoor gebruik je tin
en een .......................

Slide 7 - Open question

2/4 Wat gebruik je om aan een
stuk ijzerdraad een oogje
te buigen?
A
combinatietang
B
nijptang
C
rondbektang
D
platbektang

Slide 8 - Quiz

3/4 Die spijker zit niet goed.
Die moet er uit.
Welk gereedschap gebruik je?
(beste antwoord)
A
klauwhamer
B
klauwhamer of nijptang
C
klauwhamer of nijptang of platbektang
D
nijptang of striptang

Slide 9 - Quiz

4/4 Je wilt het plastic omhulsel van
een stroomdraad eraf halen.
Welke tang gebruik je?

Slide 10 - Open question

De eerste brug
De eerste bruggen zijn ontstaan door de natuur. Dit waren omgevallen bomen of stenen die over/in het water lagen. 

Je kan dit de eerste liggerbrug noemen. 

Slide 11 - Slide

Waarom kan een liggerbrug niet overal?

Slide 12 - Open question

0

Slide 13 - Video

Welke gereedschap gebruikte de jongen in het filmpje?

Slide 14 - Open question

Liggerbrug
  • Wordt ook wel plaat- of balkbrug  genoemd. 
  • Een lange liggerbrug kan worden ondersteund met pijlers/pilaren.

Slide 15 - Slide

Boogbrug
  • Het gewicht van/op de brug wordt opgevangen door de boogconstructie. 
  • Het gewicht (kracht/last) wordt via de boog naar de ondergrond gebracht.  

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Hangbrug
  • Het wegdek is met dunne kabels opgehangen aan een dikke kabel. 
  • De dikke kabel is tussen twee pilaren (pylonen) opgehangen.   

Slide 18 - Slide

Vakwerkbrug
  • Sterk door driehoeken

Slide 19 - Slide

0

Slide 20 - Video

Tuibrug
  • De kabels (tuien) zijn vanaf de pilaar (pyloon) rechtstreeks aan het wegdek bevestigd.

Slide 21 - Slide

Test je kennis in de quiz

Slide 22 - Slide

1/8 Juist of onjuist?

'Een liggerbrug kun je vergelijken met een boomstam over een sloot.'
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

2/8 Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 24 - Quiz

3/8 Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 25 - Quiz

4/8 Wat voor soort brug is dit?
A
Boogbrug
B
Tuibrug
C
Hangbrug
D
Ligger-/plaatbrug

Slide 26 - Quiz

5/8 Maak de zin af:

Een boogbrug is sterk door..

Slide 27 - Open question

6/8 Wat is waar?
2 goede antwoorden
A
Er is geen verschil tussen een tuibrug en een hangbrug.
B
Bij een tuibrug hangt het wegdek met kabels rechtstreeks aan de pilaren.
C
Bij een hangbrug hangt het wegdek rechtstreeks aan de pilaren.
D
Bij een boogbrug hangt het wegdek met dunne kabels aan een dikke kabel. Deze kabel is tussen 2 pilaren gespannen.

Slide 28 - Quiz

7/8 Welke vorm is sterker?
A
Vierkant
B
Driehoek

Slide 29 - Quiz

8/8 Bij bruggen worden profielen gebruikt om de constructie nog steviger te maken.
Wat is een hoekprofiel?
A
B
C
D

Slide 30 - Quiz

Maak een zo sterk, stevig en licht mogelijke brug. 
Programma van eisen
- Je mag alleen A4-tjes gebruiken.
- Gebruik voor de verbindingen lijm, plakband,  
   touw.
- De brug moet minimaal 30 cm overbruggen.
   Bijvoorbeeld tussen 2 stapels boeken
- De brug kan zoveel mogelijk potloden/stiften 
   dragen. Leg ze in het midden. Pas op!
- Op het einde van de les lever je een foto in.


timer
1:00

Slide 31 - Slide

Lever een foto in.
Je kunt heel duidelijk zien hoeveel potloden/stiften
er in het midden er op liggen.

Volgende les heb je weer A4-tjes, plaksel, schaar, plakband, touw nodig.

Slide 32 - Open question