P3 HS4 Arbeid

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Talking physic's  

Elelktrische Energie wordt in Arbeid (Work) omgezet=de trein beweegt

Leerdoelen

1. R  Je kunt verschillende manieren beschrijven om een voortstuwende kracht te produceren.

2. R Je kunt uitleggen hoe de arbeid afhangt van de afstand en de voortstuwende kracht.

Leerdoelen

T1  Je kunt berekeningen uitvoeren met de arbeid, de (voortstuwende) kracht en de afstand.

R Je kunt het energiestroomdiagram van brandstof- en elektromotoren tekenen en toelichten.

 

Leerdoelen

R Je kunt uitleggen dat de arbeid even groot is als de hoeveelheid nuttig gebruikte energie.

T1 Je kunt het rendement van brandstofmotoren en elektromotoren berekenen.

 

Wat is 1Nm?

.                                                 

                 . 

Arbeid: De hoeveelheid energie die een motor nuttig

gebruikt om een massa over een bepaalde

afstand te verplaatsen.

W=F x s

• Hoeveel arbeid 

   er wordt verricht, 

   hangt af van 

   de afgelegde afstand (s)

   en de kracht (F).

• De eenheid is Nm of Joule. 

voorbeeld W berekenen

Auto zet chemische energie om in beweging=arbeid wordt verricht=de auto beweegt.

opdracht 5 blz 36

1. Welke kracht verricht hier de arbeid?

2. Welke kracht werkt vooral de beweging tegen?

.

opdracht 5 blz 36

1. trekkracht = 700 N.

2.Het kanaal = 5,5 km lang.

3.snelheid is constant

.

opdracht 5 blz 36 antw:  

1. 
   
2. de weerstandskracht is van het water dat door het schip opzij moet worden geduwd
   
3. 
   

F​trek​​=700Nv=constF​tegen​​=700N

W=F⋅s=700N⋅5,5km=700⋅5500=3,9MJ

MEGA=10​6​​

W verricht= E nuttig auto

opdracht  6  boek blz 36

Peter trekt een kar met zijn twee vriendjes erin door de straat. De trekkracht is 52 N, de afstand 85 m.

UITWERKING:

Opdracht T2

Tijdens een test in een autofabriek wordt gemeten aan een verbrandingsautomotor. 

De motor heeft in totaal 130 MJ  chemische energie verbruikt. 

 Hierbij heeft de motor  57 MJ arbeid verricht. Bereken het rendement van de automotor. 

Er

W=5,7⋅10​7​​Nm=NuttigeE

E​chem​​=1,3⋅10​8​​J

Instructie 

Voorbeeld 1 blz 31  kunnen 

opdrachten maken blz 35 en 36 1t/m 6 en 8.

Goed leren

T1 opdracht blz 35

blz 35

Welk verband bestaat er tussen de arbeid, de afstand en de kracht?

1. F=W/s
2. W=F/s
3. W= Enuttig= Fxs
4. s= W/F

Hoe luidt de definitie van de newton (J), de eenheid van arbeid en energie?

1. N x m
2. N/m
3. N /kg
4. Nm

elektrische energie

bewegings energie

zwaarte energie

chemische energie

Een boek valt op de grond. 

Een zeil duwt een zeilboot vooruit.

Een elektromotor drijft een e-scooter aan.

Een benzinemotor drijft een auto aan.

Een trein verricht arbeid als hij een bepaalde afstand aflegt met een bepaalde kracht.

Als de trein een 2 kleine afstand aflegt, dan wordt de verrichte arbeid .......... zo ........................ .

1. 2X zo klein
2. 2x zo groot
3. 4 x zo klein
4. 4x zo groot

Joey oefent een kracht op de trappers uit van 30 N. De afstand is 246 m.

Bereken de arbeid die Joey hierbij verricht.

1. W= 30 x 246=7380 J
2. W=7380 Nm

Instructie 

Maak een test jezelf (par 3) (NOVA digitaal)

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Begrippen uit deze les

Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen