5.2

De planning


  • Huiswerk bespreken
  • Stukje herhalen
  • Nieuwe stof
  • Opdrachten 5.2 maken
1 / 20
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

De planning


  • Huiswerk bespreken
  • Stukje herhalen
  • Nieuwe stof
  • Opdrachten 5.2 maken

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Huiswerk bespreken

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Welke voorbeelden van kosten horen bij de bedrijfskosten?
A
brandverzekering, huur, personeelskosten en winst
B
huur, personeelskosten, inkoopkosten en afschrijvingskosten
C
brandverzekering, personeelskosten, energiekosten en afschrijvingskosten
D
huur, winst, inkoopkosten en energiekosten

Slide 7 - Quiz

De inkoopprijs is €5 en de vaste kosten zijn €1000
De verkoopprijs is €12
Q = 500
Bereken de nettowinst
A
€3500
B
€2500
C
€200
D
€5000

Slide 8 - Quiz

TK = 5Q + 5000
TO = 10Q
Bereken de break-even afzet
A
€500
B
€750
C
€1000
D
€1250

Slide 9 - Quiz

Verkoopprijs = €200
Variabele kosten p.p = €40
Vaste kosten € 7200
Bereken de break-even afzet

Slide 10 - Open question

Kosten van personeel
Werknemer vs werkgever
Loon



Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Volks- vs werknemersverzekeringen

  • AOW
  • Anw
-----------------------------------------------------------------------
  • WW
  • WIA

Slide 13 - Slide

Voorbeeld
Piet (40) werkt bij een supermarkt.
Hij verdient daar een brutoloon. Hij kan dat nog niet in de zak steken.
Van bruto naar netto houdt de werkgever een aantal dingen in:
- loonbelasting
- pensioenpremie
- premie volksverzekering & werknemersverzekering

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

                                     WIG
                                                                      Verschil loonkosten werkgever
                                                                                   en nettoloon werknemer

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Arbeidsproductiviteit

De hoeveelheid productie die per tijdseenheid wordt geproduceerd door één arbeider.

Hoe verhoog je de arbeidsproductiviteit?
  • Mechanisering
  • Automatisering
  • Scholing & betere arbeidsverdeling

Slide 19 - Slide

Huiswerk volgende les


Doornemen paragraaf 5.2 
Maken t/m opdracht 11

Slide 20 - Slide