Opdracht 1: Vertaal in het Nederlands (10 woorden, 10 punten)
Opdracht 2: Vertaal in het Frans (15 woorden, 15 woorden)
Opdracht 3: Vertaal in het Frans (5 zinnen, 10 punten)
Opdracht 4: Vul de zinnen aan met de juiste vervoeging van devoir en recevoir. Let op de tijden! (8 punten)
Opdracht 5: Maak van het bijvoeglijk naamwoord een bijwoord. Pas daarbij de verschillende regels toe, maar let ook op de onregelmatige vormen (6 punten)
Opdracht 6: Welk vetgedrukt woord past in de zin? Omcirkel dat duidelijk. (6 punten)
Opdracht 7: Vul het juiste Franse bijwoord in. (3 woorden)