Thema 1 les 2

Terugblik vorige les
Vrijheid
en 
Kwetsen
1 / 24
next
Slide 1: Slide
MaatschappijleerPraktijkonderwijsLeerjaar 4

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Terugblik vorige les
Vrijheid
en 
Kwetsen

Slide 1 - Slide

Wat betekent "vrijheid"?
A
je mag geen eigen keuzes maken
B
je doet maar iets
C
geen rekening houden met anderen
D
Je kunt eigen keuzes maken

Slide 2 - Quiz

Wat is geen vrijheid?
A
Zelf een opleiding mogen kiezen
B
Ouders die vertellen met wie je om mag gaan
C
Zelf kiezen wat je eet
D
Niet met de fiets mogen gaan van ouders

Slide 3 - Quiz

Wat is kwetsen?
A
Iets zeggen of doen zodat een ander verdriet heeft
B
een grapje met iemand uithalen
C
Het zelfde als pesten
D
rekening houden met andere

Slide 4 - Quiz

1. Kiezen
les 1: Vrijheid
les 2: Rechten en plichten
les 3: Respect
les 4: Invloed
les 5: Herhaling

Slide 5 - Slide

Uitleg
Rechten: Alles wat je mag doen of hebben.

Plichten: Alle dingen die je moet doen. 

Slide 6 - Slide

Jij als Stagiair hebt ook rechten en plichten.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quiz

recht of plicht?

Stemmen is een...
A
recht
B
plicht

Slide 8 - Quiz

Iets wat je moet doen...
A
mening
B
recht
C
plicht
D
vrijheid

Slide 9 - Quiz

Op tijd op school komen is..
A
recht
B
plicht

Slide 10 - Quiz

Kiezen hoe je er uit ziet is een...
A
recht
B
plicht

Slide 11 - Quiz

Stoppen voor een rood stoplicht is een....
A
recht
B
plicht

Slide 12 - Quiz

Als kind naar school gaan is ...
A
recht
B
plicht

Slide 13 - Quiz

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 op blz 18 t/m 21.

Werk samen met een klasgenoot.

Slide 14 - Slide

Uitleg
Mensenrechten:
Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden.

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Video

Wat is een voorbeeld van een mensenrecht?
A
Het recht om een auto te bezitten.
B
Het recht om elk jaar op vakantie te gaan.
C
Het recht om voor je mening uit te komen.
D
Het recht op een baan waar je veel geld mee verdient.

Slide 17 - Quiz

Wat is geen mensenrecht?
A
Je mag harder rijden als je haast hebt.
B
Je mag zelf beslissen met wie je trouwt.
C
Je mag je eigen godsdienst kiezen.
D
Je mag stemmen tijdens de verkiezingen.

Slide 18 - Quiz

Welk mensenrecht vind je het belangrijkste?
A
Je hebt het recht om bij een geloof te horen.
B
Je hebt het recht om hulp van de regering.
C
Iedereen heeft recht op onderwijs.
D
Je mag reizen naar waar je wilt.

Slide 19 - Quiz

Welk mensenrecht vind je het minst belangrijk?
A
Iedereen heeft recht op onderwijs.
B
Je hebt het recht om te zeggen wat je vindt.
C
Niemand mag jou uit je land zetten.
D
Volwassenen hebben het recht om te trouwen en een gezin te maken.

Slide 20 - Quiz

Wat zijn mensenrechten
A
Rechten voor speciale mensen
B
Rechten voor alle mensen van NL
C
Rechten die voor alle mensen op de wereld gelden
D
Rechten speciaal alleen voor kinderen.

Slide 21 - Quiz

Wat is NIET waar over mensenrechten?
A
Mensenrechten zijn er overal
B
Mensenrechten zijn wat je mag doen als mens
C
Niet ieder land heeft dezelfde mensenrechten
D
Mensenrechten zijn in alle landen hetzelfde

Slide 22 - Quiz

Opdracht
Maak opdracht 3 op blz 21 t/m 22.

Gebruik hele zinnen en leg uit wat je bedoelt!

Slide 23 - Slide

Evaluatie
Ik ken de begrippen:
  • mensenrechten
  • plichten
  • rechten

Slide 24 - Slide