De organen voor de vertering.

Het verteringsstelsel
1 / 29
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 29 slides, with interactive quiz, text slides and 3 videos.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Het verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Wat gaan we doen?
les instructie:
1. Kort herhalen vorige lessen
2. Uitleg onderdelen verteringsstelsel
3. Maken opdrachten spijsvertering
4. Tekening spijsverteringsstelsel 
Oefenen met vragen over de lesstof
Nodig: 
boek en werkboek

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Oefenvragen
1. Voedingsstoffen hebben 4 functies. Noem de functies op.
2. Wat zijn voedingsvezels en wat is hun functie?
3. Welke stoffen worden niet verteerd?
4. Welk orgaan produceert gal?
5. Noem 3 functies van darmperistaltiek

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is verteren
  • Het afbreken van grote voedingsstoffen tot kleinere stoffen
  • De vertering gebeurt in twee stappen: 
  1. Voedsel in kleine stukjes verdelen door te kauwen
  2. Voedingsstoffen afbreken met behulp van verteringsstappen

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Het gebit
  • Met je snij en hoektanden bijt je stukken van het voedsel af
  • Met je kiezen maal je het voedsel fijn
  • Functie gebit: het voedsel in kleine stukjes verdelen bv. door kauwen

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Verteren
Sommige stoffen worden niet verteerd en kunnen meteen in het bloed worden opgenomen:
  • glucose
  • mineralen
  • vitaminen
  • water

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Verteren
Andere voedingsstoffen kunnen niet door de darmwand heen.
Dat zijn:
  •  Eiwitten
  • Koolhydraten
  • Vetten
Deze voedingsstoffen moten dus eerst worden verteerd voordat ze kunnen worden opgenomen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

De mondholte
  • Met je tanden en kiezen wordt het voedsel in stukken verdeeld. 
  • Er komt speeksel bij het voedsel.
  • In speeksel zit een enzym dat zetmeel in kleinere stukjes kan hakken. Het zetmeel verandert dan in glucose.


Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Enzymen
  • Veel verteringssappen bevatten enzymen 
  • Enzymen zijn stoffen die de vertering versnellen, ze zorgen ervoor dat voedingsstoffen sneller worden afgebroken

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Verteringsklieren
  • De speekselklieren: Maken speeksel 
  • De maagsapklieren: maken maagsap
  • De lever: maakt gal
  • De alvleesklier: maakt alvleessap
  • De darmsapklieren: maken darmsap

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Voedingsvezels
  • Stoffen uit planten die je lichaam niet
kan verteren

  • Voedingsvezels zijn nodig voor een
goede darmwerking

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De lever
  • Functie: produceert gal
  • Gal wordt tijdelijk opgeslagen in de galblaas en afgevoerd via de galbuis
  • Gal verdeelt vet in kleine druppeltjes ( emulgeren)

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Alvleesklier
  • Functie: Alvleessap produceren 
  • Maakt ook het hormoon insuline
  • Insuline zorgt ervoor dat je bloedsuiker spiegel op peil blijft

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

De maag
  • Functie: het voedsel tijdelijk opslaan
  • Maagportier: kringspier die de maag afsluit
  • Maagsap bevat zoutzuur, dat bacteriën doodt

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Functie darmperistaltiek
  • voedsel wordt gekneed
  • voedsel wordt verplaatst
  • Voedsel wordt gemengd met spijsverteringssappen 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Video

This item has no instructions

12 vingerige darm
Functie: gal en alvleessap vermengen met het voedsel

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Dunne darm
Functie: voedingsstoffen, verteringsproducten en water opnemen in het bloed
in de dunne darm zitten veel darmplooien en darmvlokken
Darmsap klieren produceren darmsap

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Darmvlokken in de dunne darm

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Endeldarm
  • Functie: verzamelen en tijdelijk opslaan van onverteerde voedselresten
( ontlasting) 
Anus: kringspier die de endeldarm afsluit

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Dikke darm
  • Functie: water onttrekken aan de onverteerbare voedselresten, de resten worden daarbij ingedikt.
  • Het water wordt opgenomen in het bloed

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Spijsverteringsorganen

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Kun jij de volgende onderdelen benoemen?
Zie blz. 109

timer
3:00

Slide 25 - Slide

Deel of laat uitdelen een klein notitieblaadje. 
Antwoorden.
Hoeveel had jij er goed?
1. Mondholte
2. Slokdarm
3. Lever
4. Galblaas
5. Maagportier
6. 12-vingerige darm
7. Blinde darm
8. Wormvormig aanhangsel
9. Anus
10. Speekselklieren
11. Maagwand
12. Galbuis
13. Maag
14. Alvleesklier
15. Dikke darm
16. Dunne darm 
17. Dunne darmwand
18. Endeldarm

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

hoeveel had jij er goed van de vorige slide?

Slide 27 - Mind map

This item has no instructions

Slide 28 - Link

This item has no instructions

Slide 29 - Video

This item has no instructions