Voornaamwoorden in het Nederlands

Voornaamwoorden in het Nederlands
1 / 14
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 10 min

Items in this lesson

Voornaamwoorden in het Nederlands

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze uitleg kun je voornaamwoorden in het Nederlands herkennen en gebruiken.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wat weet je al over voornaamwoorden in het Nederlands?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn voornaamwoorden?
Voornaamwoorden zijn woorden die een zelfstandig naamwoord vervangen.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Soorten voornaamwoorden
Er zijn verschillende soorten voornaamwoorden, zoals persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende en vragende voornaamwoorden.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Persoonlijke voornaamwoorden
Persoonlijke voornaamwoorden verwijzen naar personen of dingen. Bijvoorbeeld: ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie, zij.

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Bezittelijke voornaamwoorden
Bezittelijke voornaamwoorden geven aan wie iets toebehoort. Bijvoorbeeld: mijn, jouw, zijn, haar, ons, jullie, hun.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden wijzen naar personen of dingen. Bijvoorbeeld: deze, die, dit, dat.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Vragende voornaamwoorden
Vragende voornaamwoorden worden gebruikt om vragen te stellen. Bijvoorbeeld: wie, wat, welke.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Welk voornaamwoord is een persoonlijk voornaamwoord enkelvoud?
A
Jullie
B
Ik
C
Zij
D
Wij

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Welke voornaamwoorden worden gebruikt om vragen te stellen?
A
Vragende voornaamwoorden
B
Aanwijzende voornaamwoorden
C
Persoonlijke voornaamwoorden
D
Bezittelijke voornaamwoorden

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Welke voornaamwoorden wijzen naar personen of dingen?
A
Bezittelijke voornaamwoorden
B
Persoonlijke voornaamwoorden
C
Aanwijzende voornaamwoorden
D
Vragende voornaamwoorden

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Welke voornaamwoorden geven aan wie iets toebehoort?
A
Bezittelijke voornaamwoorden
B
Vragende voornaamwoorden
C
Aanwijzende voornaamwoorden
D
Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 14 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.