Herhalingsles verbranding en ademhaling

Verbranding en ademhaling
Thema 1 

1 / 43
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Verbranding en ademhaling
Thema 1 

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

H1 Verbranding en ademhaling
1.1  Stofwisseling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

1.1 stofwisseling
1. Fotosynthese

2. Afbraak van glucose

3. Mitochondriën (mitochondrium)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

1.1 stofwisseling
Stofwisseling: Omzetten van stoffen in andere stoffen, alle cellen van alle organismen kunnen dit. 

Fotosynthese:
water + koolstofdioxide + energie → glucose + zuurstof

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Fotosynthese

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Plantencellen
Bladgroenkorrels

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Fotosynthese
Glucose
Koolstofdioxide
Zuurstof
Water
Zonlicht

Slide 7 - Drag question

This item has no instructions

bladgroenkorrel zorgt voor fotosynthese
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions

Slide 9 - Video

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Kringloop van fotosynthese en verbranding

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

bij dit proces komt energie vrij
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Afbraak
-Glucose wordt afgebroken om energie vrij te maken
-De afbraak gebeurt in de mitochondriën


Mitochondriën zijn celorganellen die voorkomen in zowel plantaardige als dierlijke cellen.
mitochondriën = energiefabriekjes

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Voor fotosynthese is zonlicht nodig?
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

verbranding of fotosynthese?

glucose+zuurstof-> energie+koolstofdioxide+water
A
fotosynthese
B
verbranding

Slide 16 - Quiz

This item has no instructions

Hoe zou je de verbranding van glucose kunnen opschrijven?
->
Glucose
Zuurstof
Energie
Koolstofdioxide
Water

Slide 17 - Drag question

This item has no instructions

Welke cel zal de meeste mitochondriën hebben?
A
Een huidcel
B
Een wangslijmvlies cel
C
Een spiercel

Slide 18 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de meest gebruikte brandstof in je lichaam?

A
eiwit
B
glucose
C
koolstofdioxide
D
vet

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions

Het ademhalingsstelsel bij mensen

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Slide 21 - Video

This item has no instructions

Ademhalingsstelsel

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Welke organenstelsel werken samen, zodat er verbranding kan plaatsvinden?
A
Ademhalingsstelsel en bloedvatenstelsel
B
Ademhalingsstelsel en verteringsstelsel
C
Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en zenuwstelsel
D
Ademhalingsstelsel, bloedvatenstelsel en verteringsstelsel

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Sleep de goede namen bij de nummers.
1
2
3
4
5
6
longblaasje
huig
keelholte
neusholte
bronchie
luchtpijp

Slide 24 - Drag question

This item has no instructions

Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep:sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Slide 27 - Slide

This item has no instructions

Wat is de functie van de huig?
A
De huig voorkomt dat lucht in de mondholte komt tijdens het ademhalen.
B
De huig voorkomt dat lucht in de slokdarm komt tijdens het ademhalen.
C
De huig voorkomt dat voedsel in de luchtpijp komt tijdens het slikken.
D
De huig voorkomt dat voedsel in de neusholte komt tijdens het slikken.

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Luchtpijp en bronchiën
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.

Slide 29 - Slide

This item has no instructions

Bronchiën 
De luchtpijp splitst zich in 2 takken: de bronchiën

Ze vertakken zich in steeds kleinere buisjes en eindigen in longblaasjes

Ook de wanden van de bronchien 
en longblaasjes zijn bedekt met slijmvlies

Slide 30 - Slide

This item has no instructions

De wand van de luchtpijp is verstevigd door kraakbeenringen.
A
waar
B
niet waar

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

longblaasjes
longen
brochien
luchtpijptakjes
luchtpijp

Slide 32 - Drag question

This item has no instructions

Slide 33 - Video

This item has no instructions

Slide 34 - Slide

This item has no instructions

Ingeademde lucht heeft dezelfde samenstelling als uitgeademde lucht.
A
waar
B
niet waar

Slide 35 - Quiz

This item has no instructions

Welk van de antwoorden klopt bij het plaatje van het longblaasje?
A
1= zuurstofrijk bloed Q= zuurstof
B
1=zuurstofarm bloed P=zuurstof
C
1=zuurstofrijk bloed P= zuurstof
D
1=zuurstofarm bloed Q= zuurstof

Slide 36 - Quiz

This item has no instructions

Ribademhaling= borstademhaling
Uitademen: ribben en borstbeen omlaag, ruimte in de borstholte wordt kleiner.

Slide 37 - Slide

This item has no instructions

Slide 38 - Video

This item has no instructions

Buikademhaling

Slide 39 - Slide

This item has no instructions

Buikademhaling
middenrif en buikwand bewegen

inademen: middenrif trekt samen en beweegt omlaag, borstholte wordt groter, longen worden groter

uitademen: middenrif ontspant en beweegt omhoog, borstholte en longen worden kleiner

Slide 40 - Slide

This item has no instructions

Herhaling basisstof 4: Ademhalen
Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen de ribben en het borstbeen. Door het samentrekken van de tussenribspieren bewegen je ribben omhoog/omlaag en wordt de borstholte groter/kleiner.

Bij de borstademhaling/buikademhaling bewegen het middenrif en de buikwand. Door het samentrekken van je middenrif worden de longen groter/kleiner, zodat je inademt/uitademt.

Borstademhaling
Buikademhaling
Omhoog
Omlaag
Groter
Kleiner
Groter
Kleiner
Inademt
Uitademt

Slide 41 - Drag question

This item has no instructions

Gezonde longen, wat doe je er zelf aan?

Slide 42 - Slide

This item has no instructions

Gezonde longen
  • Niet roken
  • Bewegen
  • zingen / blaasinstrument
  • Smog ontlopen

Slide 43 - Slide

Een manier om je longen gezond te houden is door ze schoon te houden en door te bewegen.