Biologische evenwicht

Heb je voor deze les geleerd?
A
nee
B
een beetje
C
vrij goed
D
heel goed
1 / 19
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Heb je voor deze les geleerd?
A
nee
B
een beetje
C
vrij goed
D
heel goed

Slide 1 - Quiz

Brengen reducenten koolstof terug in de koolstofkringloop?
A
nee
B
ja, als koolstofdioxide
C
ja, als koolhydraten
D
ja, als glucose

Slide 2 - Quiz

Hoe wordt in de voedselketens koolstof doorgegeven in de koolstofkringloop?
A
als koolstofdioxide
B
alleen als glucose
C
als energierijke stof
D
alleen als eiwitten

Slide 3 - Quiz

Thema 6 Ecologie
Basisstof 4 Biologisch evenwicht (boek 3B blz. 91-93)
Leerdoelen:
Je leert het verschil tussen biotisch en abiotisch, verschillende organisatieniveaus van levende wezens, wat biologisch evenwicht is en wat een optimumkromme inhoudt.

Slide 4 - Slide

Begrippen:

  • milieu
  • ecologie

Slide 5 - Slide

Begrippen:

  • biotische factoren

Slide 6 - Slide

Begrippen:

  • abiotische factoren

Slide 7 - Slide

Begrippen:

  • milieu
  • ecologie
  • biotisch
  • abiotisch
  • individu

Slide 8 - Slide

Begrippen:

  • milieu
  • ecologie
  • biotisch
  • abiotisch
  • individu
  • populatie

Slide 9 - Slide

Begrippen:
  • individu
  • populatie
  • ecosysteem

Slide 10 - Slide

Begrippen:
  • ecosysteem
  • biologisch evenwicht

Slide 11 - Slide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 12 - Slide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht

Slide 13 - Slide

Begrippen:
  • biologisch evenwicht
  • optimumkromme
tolerantiegebied

Slide 14 - Slide

Welke van de volgende stoffen is biotisch?
A
koolstofdioxide
B
zuurstof
C
water
D
glucose

Slide 15 - Quiz

Welke van de volgende stoffen is abiotisch?
A
zetmeel
B
water
C
eiwit
D
glucose

Slide 16 - Quiz

Behoren de egels op Texel tot dezelfde populatie als de egels op Vlieland?
A
nee
B
ja

Slide 17 - Quiz

Waarvan is egelpopulatie op Texel afhankelijk?
A
van het aantal regenwormen
B
van het aantal wolven
C
van het aantal zeehonden
D
van de hoeveel jacht door de mens

Slide 18 - Quiz

Aan de slag!
Maak de opdrachten 1 t/m 7
(blz. 94-96 in je leerwerkboek)

Kijk alle opdrachten na!

Slide 19 - Slide