Via duizenden uitlopers worden er heel veel impulsen tegelijk verstuurd.
De uitlopers (samen in een bundel) zijn de zenuw.
Elke uitloper in een zenuw heeft een dun isolerend laagje. Dit zorgt ervoor dat de impulsen binnen de uitloper blijven.
Om de zenuw heen ligt een stevige laag voor bescherming namelijk bindweefsel.