Quiz doelgroepen 1 en 2

Quiz doelgroepen 1 en 2
1 / 16
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 1,2

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Quiz doelgroepen 1 en 2

Slide 1 - Slide

Wat is geen goed voorbeeld van een aandoening?
A
Epilepsie
B
Moeilijk verstaanbaar
C
Suikerziekte
D
Ziekte van Parkinson

Slide 2 - Quiz

Je bent verstandelijk beperkt als je een IQ hebt van......
A
110 en lager
B
40 en lager
C
100 en lager
D
70 en lager

Slide 3 - Quiz

wat zijn kenmerken van ASS?
A
Problemen in de sociale communicatie
B
problemen bij het plannen en organiseren
C
problemen bij het automatiseren van nieuwe vaardigheden
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 4 - Quiz

Wat is MS?
A
Multiple Sclerose is een auto-immuunziekte van de huid.
B
Multiple Sclerose is een aandoening van de spijsvertering.
C
Multiple Sclerose is een bacteriële infectie.
D
Multiple Sclerose is een chronische ziekte van het zenuwstelsel.

Slide 5 - Quiz

Wat is spasme?
A
Een langzame, vrijwillige samentrekking van spieren.
B
Een zenuwstelselaandoening zonder spierbetrokkenheid.
C
Een plotselinge, onvrijwillige samentrekking van spieren.
D
Een aandoening waarbij spieren volledig ontspannen.

Slide 6 - Quiz

Wat zijn veelvoorkomende symptomen van OCD?
A
Herhaaldelijk controleren, dwangmatige rituelen, irrationele angsten.
B
Overmatig lachen, veel slapen, gebrek aan eetlust.
C
Onvermogen om te praten, verhoogde energie, overmatige zelfverzekerdheid.
D
Verhoogde sociale activiteit, gebrek aan concentratie, opwinding.

Slide 7 - Quiz

Wat is geen voorbeeld van een stemmingsstoornis?
A
Bipolaire stoornis
B
Depressie
C
Angststoornis
D
Schizofrenie

Slide 8 - Quiz

Wat is de DSM?
A
Een wetenschappelijk tijdschrift over psychologie
B
Een internationaal netwerk van psychologen
C
Een behandelmethode voor psychische stoornissen
D
Een classificatiesysteem voor psychische stoornissen

Slide 9 - Quiz

Wat is de definitie van fobie?
A
Het hebben van een sterke afkeer.
B
Een onredelijke angst voor een specifiek object of situatie.
C
Een algemene angst voor alle dingen.
D
Een fobie is een vorm van liefde.

Slide 10 - Quiz

Welk symptoom hoort niet bij PTSS?
A
Vermijding
B
Woede-uitbarstingen
C
Herbelevingen
D
Gelukkig zijn

Slide 11 - Quiz

Welke symptomen kunnen wijzen op een angststoornis?
A
Overmatige angst, paniekaanvallen, vermijdingsgedrag.
B
Hoofdpijn, vermoeidheid, hongergevoel, spierpijn.

Slide 12 - Quiz

Kun je NAH genezen?
A
Nee, NAH is altijd tijdelijk van aard.
B
Nee, NAH is een blijvende aandoening.
C
Ja, NAH kan volledig genezen worden.
D
Ja, NAH verdwijnt vanzelf na verloop van tijd.

Slide 13 - Quiz

Wat is een veelvoorkomend symptoom van dementie?
A
Buikpijn
B
Koorts
C
Geheugenverlies
D
Hoofdpijn

Slide 14 - Quiz

Wat is de omschrijving van het woord doelgroep?
A
Een willekeurige groep mensen
B
Een groep mensen met dezelfde achternaam
C
De algemene bevolking
D
De specifieke groep mensen die je wilt bereiken.

Slide 15 - Quiz

Wat zijn de werkvelden van een begeleider maatschappelijk zorg?
A
Begeleiden van cliënten in hun dagelijkse activiteiten
B
Ontwerpen van reclamecampagnes
C
Opstellen van financiële rapporten voor de organisatie
D
Uitvoeren van medische ingrepen

Slide 16 - Quiz