3V: H8.4_Nederland en het buitenland

H8: Welvaart
8.1 Wat is welvaart?
8.2 Groeit de economie?
8.3 Hoe is de welvaart verdeeld?
8.4 Nederland en het buitenland
1 / 23
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H8: Welvaart
8.1 Wat is welvaart?
8.2 Groeit de economie?
8.3 Hoe is de welvaart verdeeld?
8.4 Nederland en het buitenland

Slide 1 - Slide

Internationale handel
Import: het kopen van goederen en diensten uit het buitenland
Export: het verkopen van goederen en diensten aan het buitenland

Slide 2 - Slide

0

Slide 3 - Video

Internationale handel toename?
  • Open stellen van grenzen door handelsverdragen
  • Door technologische ontwikkelingen in de communicatie en transport

Slide 4 - Slide

  • Open economie =
      land waarin de invoer en
      uitvoer groot zijn in
      verhouding tot de productie.

Open of gesloten economie?

Slide 5 - Slide

Exportquote en importquote
Hoe hoger exportquote + importquote, hoe meer open de economie is

Slide 6 - Slide

Hoe betaal je in het buitenland?

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

Wisselkoers

De ‘prijs’ van een valuta.


Wordt bepaald door?

Slide 9 - Slide

Formule wisselkoers
€ --> VV = € x koers = VV
VV-->€ = VV / koers = euro


Slide 10 - Slide

Maken opgave: 12 en 13 blz. 261
Klaar: Maken 8.4 46 t/m 55 blz. 248
timer
8:00

Slide 11 - Slide

Euro, dollar, pond
De wisselkoers van 
de euro heeft 
gevolgen voor 
de import...





Slide 12 - Slide

Invloed wisselkoers op de handel

Slide 13 - Slide

Internationale concurrentiepositie 
Dit is afhankelijk van de volgende factoren:
1.      Loonniveau
2.     Arbeidsproductiviteit
3.     Inflatie
4.     Infrastructuur




Slide 14 - Slide

Afmaken 8.4: 46 t/m 55
Wat je niet afkrijgt = huiswerk volgende week

Slide 15 - Slide

Stelling 1: Als de wisselkoers daalt van de euro neemt de export toe.
Stelling 2: Als de wisselkoers stijgt, neemt de productie toe

A
1 is juist, 2 is juist
B
1 is juist, 2 is onjuist
C
1 is onjuist, 2 is juist
D
1 is onjuist,2 is onjuist

Slide 16 - Quiz

De internationale concurrentiepositie wordt beïnvloed door .........
A
de wisselkoersen , progressieve belastingen
B
het bbp, voorzieningen in het land
C
het loonniveau, de inflatie, de arbeidsproductiviteit
D
de arbeidsproductiviteit, de wisselkoersen, het bbp

Slide 17 - Quiz

Wat zijn Vreemde Valuta?
A
Buitenlands geld
B
Wisselkoers
C
Provisiekosten
D
Euro's

Slide 18 - Quiz

Als Chinese investeerders hun geld op de Nederlandse bank zetten
A
stijgt de wisselkoers van de Euro
B
Daalt de wisselkoers van de Euro

Slide 19 - Quiz

Als de wisselkoers van de euro € daalt
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter
B
beter
C
niet beïnvloed

Slide 20 - Quiz

Een verandering van de wisselkoers heeft gevolgen voor de import en export
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Als de wisselkoers van de euro stijgt
dan wordt onze internationale concurrentiepositie ...
A
slechter.
B
beter.

Slide 22 - Quiz

De wisselkoers van de dollar staat op €1,21. Hoeveel euro krijg ik voor 4 dollar?
A
€2,40
B
€4,80
C
€4,44
D
€4,84

Slide 23 - Quiz