T5 BS3+7

T5 BS3+7
1 / 14
next
Slide 1: Slide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

T5 BS3+7

Slide 1 - Slide

Spoorboekje
- Uitleg T5 basisstof 3 en 7
- Opdrachten T5 basisstof 3 en 7 maken
- Test jezelf T5 basisstof 3 en 7 maken (groene score = af)

Regels:
- Jassen zitten in de lockers.
- Telefoons zijn niet hoorbaar en niet zichtbaar in het lokaal.

Slide 2 - Slide

T5 BS3 en 7
Leerdoelen:
5.3.5 Je kunt omschrijven hoe door geslachtelijke voortplanting variatie in genotypen ontstaat.
5.3.6 Je kunt omschrijven wat een mutatie is.

5.7.11 Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 3 - Slide

Variatie
Welk gen van een paar terechtkomt in een geslachtscel, hangt af van het toeval. Er zijn veel verschillende mogelijkheden. Dat geldt voor de vader en voor de moeder. Hierdoor heeft de nakomeling een andere combinatie van genen dan de ouders. De nakomeling heeft een ander genotype dan de ouders. Ook broers en zussen hebben verschillende genotypen. Bij geslachtelijke voortplanting ontstaat bij de nakomelingen variatie in genotypen. Daardoor verschillen ook de fenotypen.

Slide 4 - Slide

Mutagene invloeden
Door sommige soorten straling kunnen in je lichaam mutaties ontstaan (bijvoorbeeld radioactieve straling, uv-straling en röntgenstraling). Ook als je met bepaalde chemische stoffen in aanraking komt, ontstaan vaker mutaties (bijvoorbeeld asbest of stoffen in sigarettenrook). Straling en chemische stoffen zijn voorbeelden van mutagene invloeden.

Mutageen betekent dat het een mutatie kan veroorzaken.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Kanker
Soms vinden mutaties plaats in genen die de celdeling regelen. Hierdoor kan een cel zich ongeremd gaan delen. Er ontstaat dan een gezwel of tumor. Sommige tumoren groeien langzaam en zijn niet ernstig. Maar er zijn ook tumoren waarbij de cellen zich snel delen en de tumor hard groeit. Dit heet kanker.
Cellen van de tumor kunnen terechtkomen in het bloed. Deze cellen worden meegevoerd en komen in andere lichaamsdelen terecht. Daar ontstaan dan weer nieuwe tumoren. Dit heet uitzaaiing.
Mutagene invloeden kunnen ook kankerverwekkend zijn. Te veel uv-straling van zonlicht op de huid bijvoorbeeld vergroot de kans op huidkanker. Stoffen in sigarettenrook vergroten de kans op longkanker.

Slide 7 - Slide

Kanker

Slide 8 - Slide

Samen oefenen, opdracht 2

Slide 9 - Slide

Samen oefenen, opdracht 2

Slide 10 - Slide

Biotechnologie
Biotechnologie is de verzamelnaam voor technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens. Eenvoudige voorbeelden zijn gisten om brood te laten rijzen en bacteriën om yoghurt te maken. De gebruikte organismen zijn uit zichzelf in staat om de gewenste stoffen te produceren. Het DNA van de organismen hoeft hiervoor niet te worden veranderd.

Bij nieuwere vormen van biotechnologie wordt het DNA van organismen wel veranderd. Er zijn verschillende technieken om nieuwe erfelijke informatie aan te brengen in het DNA van een organisme. Een verzamelnaam voor deze technieken is recombinant-DNA-technieken. Het nieuwe DNA kan afkomstig zijn van een ander soort organisme.

Slide 11 - Slide

Genetische modificatie
Het aanbrengen van gewenste erfelijke eigenschappen bij organismen heet genetische modificatie. Een genetisch gemodificeerd organisme wordt transgeen genoemd. Voor genetische modificatie worden vaak micro-organismen gebruikt, maar soms ook planten of dieren. In de gezondheidszorg, de landbouw, de industrie en het milieu worden genetisch gemodificeerde organismen gebruikt.

Slide 12 - Slide

Crispr-cas
Waarschijnlijk wordt het gebruik van genen van andere soorten op korte termijn grotendeels vervangen door een nieuwe techniek: crispr-cas. Bij crispr-cas worden wijzigingen aangebracht in bestaande genen van een organisme. Dit wordt gene editing (gen-aanpassing) genoemd. Je kunt de techniek vergelijken met het aanpassen (‘editing’) van tekst. Door enkele letters te veranderen of een woord weg te laten, ontstaat een woord of zin met een nieuwe betekenis. Op ongeveer dezelfde manier kunnen ook stukjes DNA worden veranderd. Er ontstaat dan nieuwe informatie.
 

In de gezondheidszorg wordt crispr-cas ingezet voor gentherapie. Gentherapie is het gebruik van gene-editingtechnieken om kapotte genen te repareren.

Slide 13 - Slide

Aan de slag
Lees de lesstof van T5 basisstof 3 en 7 (5.3 en 5.7)

Maak de opdrachten van T5 basisstof 3 en 7 (5.3 en 5.7)

Maak de test jezelf van T5 basisstof 3 (5.3), groen = af. 

Slide 14 - Slide