3.2 Veiligheid en Milieu

• Nask / Techniek
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Leuk dat je er bent?

1. Graag je mobiel in de  telefoontas.

2. Pak je boek, tablet, rekenmachine, potlood en schrift.

3. Ga rustig zitten, we beginnen zo.

Vorige les: 

De vorige les even herhalen

1. Een stalen mes heeft een volume van 15 cm3 en een massa van 117 gram. Bereken de dichtheid van staal met de verhoudingstabel.

1. 1,2 g/cm3
2. 12 kg/dm3
3. 7,8 g/cm3
4. 7,8 kg/m3

2. In een frituurpan zit 1800 gram vet met een dichtheid van 0,9 g/cm3. Bereken het volume van het vet met de verhoudingstabel

1. 1620 cm3
2. 2000 cm3
3. 1,6 dm3
4. 2,0 dm3

3. Emiel heeft een vloeistof in een maatcilinder gegoten. De hoeveelheid vloeistof is 154 mL. De massa van de maatcilinder is 210 gram. Gevuld met 154 mL vloeistof geeft de weegschaal 340,9 g aan. Bereken met de verhoudingstabel de dichtheid van de vloeistof.

1. 1,18 g/mL
2. 118 g/dm3
3. 2,01 g/mL
4. 0,733 g/mL

4. In een meubelfabriek maakt een spuitgietmachine een serie kunsstofstoelen. Uit 100 kg kunsststofkorreltjes maakt hij 37 stoelen. Soms mislukt er weleens een stoel. Naomi zaagt daar een stukje van af. Ze bepaalt dat de dichtheid van de kunststof 0,91 g/cm3 is. Bereken het volume van een stoel in liter.

1. 2967 cm3
2. 2,967 dm3
3. 2,967 liter
4. 2967 mL

Leerdoel:

Je leert welke gevaren stoffen kunnen hebben voor mensen en voor het milieu.

Discusievraag

Bij een brand op het terrein van een chemisch bedrijf kan de brandweer niet zomaar beginnen met blussen.

Waarom moet de brandweer precies weten welke stoffen op het terrein aanwezig zijn?

Veiligheidspictogram

Giftige stoffen en dosis

Medicijnen zijn stoffen om je weer beter te maken.

Een juiste dosis is heel belangrijk, immers een te lage dosis geeft niet het resultaat waar je op hoopt maar een te grote dosis kan erg giftig zijn.

lithium pil

Lithium accu

KCA

Chemische stoffen mag je nooit zomaar weggooien.

Uit batterijen kunnen ze bijvoorbeeld grondstoffen halen om bijvoorbeeld nieuwe batterijen te maken.

Huiswerk:

maken hoofdstuk 3, paragraaf 2 (blz 134 t/m 140) 

maken t/m vraag 30.

vragen????

tot de volgende les!