3LTC week 47

Dinsdag 14 december
1. 5 minuten lezen+HW-controle
2. Het oude testament: p.24-27 tekstboek+ p. 22-23 oefenboek 
3. Toets inzien (volgende week bespreken) en inhaalmoment inplannen

Lesdoel: Je kunt het verhaal van Samson (en Delilah) samenvatten en met andere bronnen vergelijken. 
1 / 15
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Dinsdag 14 december
1. 5 minuten lezen+HW-controle
2. Het oude testament: p.24-27 tekstboek+ p. 22-23 oefenboek 
3. Toets inzien (volgende week bespreken) en inhaalmoment inplannen

Lesdoel: Je kunt het verhaal van Samson (en Delilah) samenvatten en met andere bronnen vergelijken. 

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Donderdag 24 november 
1. oefeningen Samson bespreken 
2. Introductie participia 
3. Oefenen 

Lesdoel: je kunt participia herkennen, benoemen en vertalen. 

Slide 4 - Slide

1. Samson en Delilah 
Oefeningen p. 22-23 

Slide 5 - Slide

2. Participia 
1. Wat zijn participia?
2. Hoe worden de participia gevormd? 
3. Hoe worden de participia verbogen? 
4. Waar vind je de participia (PPP) in de woordenlijst? 
5. Hoe kun je participia gebruiken? 
-bijv.
-bijw. 

Slide 6 - Slide

1. Wat zijn participia?
  • Participium=deelwoord
  • 1. PPA= participium praesens actief= tegenwoordig deelwoord (beminnend)
  • 2. PPP= participium perfectum passief= voltooid deelwoord (bemind)
  • oefening: Even repeteren (mondeling) 


Slide 7 - Slide

2. Hoe worden de 

PPA: stam+ (e)ns
1. amans
2. audi-e-ns
3. tene-ns
4. mitt-e-ns
4.cap-i-e-ns
participia gevormd?

PPP: stam+ tus/sus
1. ama-tus
2. audi-tus
3. captus 

soms: onregelmatig!
vb: mittere-missus 

Slide 8 - Slide

3. Hoe worden de 

PPA 
  • volgens bijvoeglijk naamwoorden groep 3 
(fortis/ingens) 
  • let op -ns of -nt-
  • zie rijtjes in het boek

participia verbogen?

PPP
  • volgens bijvoeglijk naamwoorden groep 1/2 (bonus, bona, bonum)
  • zie rijtjes in het boek 

Slide 9 - Slide

4. Waar vind je de PPP in de woordenlijst? 
Bij onregelmatige werkwoorden: in de woordenlijst kijken voor PPP! 

vb: ferre, tuli, latus 
mitto, misi, missus 

Slide 10 - Slide

5. Hoe kun je participia 

PPA: gelijktijdig 
'terwijl'
vertalen? 

PPP: voortijdig
'nadat'

Slide 11 - Slide

5. Hoe kun je ptc vertalen:

PPA
  1. Necans Hercules ridet= De moordende Hercules lacht 
  2. Necans leonem Hercules ridet: Hercules, die de leeuw doodt, lacht. 

Bijvoeglijk (2 manieren)

PPP
  1. Leo necatus humi iacet=de gedode leeuw ligt op de grond.
2. Leo necatus humi iacet= de leeuw, die gedood is, ligt op de grond. 

Slide 12 - Slide

Wat volgt er nog? 
-Bijwoordelijk vertalen
-Gelijktijdig/voortijdig

Slide 13 - Slide

3. Oefenen 
Taaloefeningen A en B bij tekst 15A

Lesdoel: je kunt participia herkennen, benoemen en vertalen. 

Slide 14 - Slide

DUS: Participia 
1. Wat zijn participia?
2. Hoe worden de participia gevormd? 
3. Hoe worden de participia verbogen? 
4. Waar vind je de participia (PPP) in de woordenlijst? 
5. Hoe kun je participia gebruiken? 
-bijv.
-bijw. 

Slide 15 - Slide