Afronding h6

1 / 15
next
Slide 1: Slide
naskMiddelbare schoolvmbo k, g, t, mavoLeerjaar 2

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Geluidsarm asfalt is een voorbeeld van geluidshinder bestrijden...
A
Bij de bron
B
Tussen de bron en de ontvanger
C
Bij de ontvanger

Slide 5 - Quiz

Als de amplitude van een geluidsgolf hoger wordt, wat gebeurt er dan met het geluid?
A
wordt hoger
B
wordt luider
C
wordt lager
D
wordt zachter

Slide 6 - Quiz

Waar is de Wet geluidshinder en bepalingen inzake geluidsoverlast voor bedoeld?
A
biedt bescherming tegen allerlei vormen van geluidsoverlast
B
een overzicht van regels met betrekking tot geluidsoverlast

Slide 7 - Quiz

Op welke manier versterkt een geluidsinstallatie geluid?
A
Met een klankkast
B
Elektrisch

Slide 8 - Quiz

Bij welk geluidsniveau doet geluid pijn aan de oren.
A
80 dB
B
90 dB
C
120 dB
D
140 dB

Slide 9 - Quiz

Geluid bestaat uit geluidsgolven.
Geluidsgolven kun je zichtbaar maken met een:
A
toongenerator
B
oscilloscoop
C
periscoop
D
audiogram

Slide 10 - Quiz

Hoe heet het gedeelte van de geluidsbox welke we de geluidsbron noemen?
A
De trilplaat
B
de spoel
C
de conus
D
de stemband

Slide 11 - Quiz

Geluid ontstaat als een geluidsbron trillingen veroorzaakt.

Wat is geen geluidsbron?


A
de stembanden
B
een luidspreker
C
een motor
D
het trommelvlies

Slide 12 - Quiz

Geluid onstaat door ....... in een geluidsbron.
A
trillingen
B
stroom
C
licht
D
snelheid

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide