§ 2.6 Marktprestaties en welvaart

§ 2.6 Marktprestaties en welvaart
Welke marktvorm levert de meeste welvaart op?

Kernwoorden:
- efficiënte markt
- consumentensurplus
- producentensurplus
- welvaartsverlies

1 / 11
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

This lesson contains 11 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 15 min

Items in this lesson

§ 2.6 Marktprestaties en welvaart
Welke marktvorm levert de meeste welvaart op?

Kernwoorden:
- efficiënte markt
- consumentensurplus
- producentensurplus
- welvaartsverlies

Slide 1 - Slide

Volkomen concurrentie = meest efficiënt
Welke marktvorm levert de hoogst welvaart op? De optelsom van het consumentensurplus en producentensurplus is een maatstaf voor de welvaart.

Je kan bewijzen dat de marktvorm volkomen concurrentie het meest efficiënt is: de hoogste optelsom van consumenten- en producentensurplus.

Slide 2 - Slide

Voorbeeld
Qv = -10p + 200 
TK = 5q 

Slide 3 - Slide

Voorbeeld
Qv = -10p + 200 
TK = 5q 

Slide 4 - Slide

Als de marktvorm monopolie zou zijn, zou de maximale winst behaald worden bij q = .......... en een prijs van ........... .  
Consumentensurplus: 
...........................................
...........................................
Producentensurplus: 
...........................................
...........................................
...........................................
CS + PS = .................................................................................

Slide 5 - Slide

Als de marktvorm monopolie zou zijn, zou de maximale winst behaald worden bij q = 75 en een prijs van 12,5.  
Consumentensurplus: 
(20-12,5) x 75 / 2 = 281,25
Producentensurplus: 
TW = TO – TK = 
(75 x 12,5) – (5 x 75) =  
937,5 – 375 = 562,5

CS + PS = 281,25 + 562,5 = 843,75

Slide 6 - Slide

Als de marktvorm volkomen concurrentie zou zijn, zou de maximale winst behaald worden bij een lagere prijs; op lange termijn gelijk aan ..................., dus bij een prijs van ............ .
Consumentensurplus: 
.....................................
.....................................
Producentensurplus: 
.....................................
CS + PS = ...................

Slide 7 - Slide

Als de marktvorm volkomen concurrentie zou zijn, zou de maximale winst behaald worden bij een lagere prijs; op lange termijn gelijk aan GTK, dus bij een prijs van 5.
Consumentensurplus: 
(20-5) x 150 / 2 = 1125
Producentensurplus: 0
CS + PS = 1125

Slide 8 - Slide

Welvaartsverlies
Het verschil tussen de totale surplussen van volkomen concurrentie en een andere marktvorm noemen we het welvaartsverlies.

In het voorbeeld is het welvaartsverlies van monopolie dus gelijk aan ..............................................................................

Slide 9 - Slide

Welvaartsverlies
Het verschil tussen de totale surplussen van volkomen concurrentie en een andere marktvorm noemen we het welvaartsverlies.

In het voorbeeld is het welvaartsverlies van monopolie dus gelijk aan 1125 – 843,75 = 281,25

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Video